![knp_Hoevelaken_RWS-540339](https://www.otar.nl/wp-content/uploads/2020/10/knp_Hoevelaken_RWS-540339-e1602239330785-696x401.jpg)
De aanpak van grote fileknooppunten in Nederland, die door de stikstofproblematiek dreigt stil te vallen, blijkt moeilijker vlot te trekken dan Den Haag in eerste instantie dacht. Met name de aanpak van het knooppunt Hoevelaken en de verbreding van de A6 Almere-Lelystad is problematischer dan vooraf ingeschat. Dat meldde minister Van Nieuwenhuizen op 7 oktober in een brief aan de Tweede Kamer.
Eind vorig jaar kondigde het kabinet een pakket maatregelen aan om de door stikstofproblematiek stilvallende woningbouw en aanleg van zeven cruciale infrastructuurprojecten in Nederland te kunnen hervatten. De snelheidsverlaging (overdag) van 120 en 130 km/uur naar 100 kilometer km/uur springt daarvan het meest in het oog. Maar deze 100 km-maatregel biedt voor de aanpak van een aantal grote fileknooppunten, met name het knooppunt Hoevelaken (A28/A1) en de A6-wegverbreding tussen Almere en Lelystad, onvoldoende compenserende stikstofruimte, schrijft de minister in de Kamerbrief.
Zoeken naar ‘aanvullende mogelijkheden’
Voor zowel knooppunt Hoevelaken als de A6 Almere-Lelystad, en in mindere mate voor de aanpak van de A27/A12 Ring Utrecht, moet de minister op zoek naar een oplossing. ‘Ik onderzoek op dit moment nog welke aanvullende mogelijkheden er zijn om te salderen, bijvoorbeeld via de nog aan te vullen ruimte in het stikstofregistratiesysteem of via extern salderen’, schrijft ze.
Het stikstofregistratiesysteem
Per infraproject wordt een reservering ‘op maat’ gedaan in het stikstofregistratiesysteem, waarbij eerst wordt gekeken naar de ruimtebehoefte vanuit woningbouwaanvragen en waarbij uitsluitend ruimte gereserveerd wordt waar deze beschikbaar is. Daar waar sprake is van een restopgave voor het project, worden aanvullende maatregelen getroffen. De ruimte in het stikstofregistratiesysteem is tot op heden beperkt en bevat momenteel alleen nog de ruimte die beschikbaar is gekomen door de 100 km-maatregel. Ook de ruimte voor aanvullende maatregelen is tot op heden beperkt gebleven, onder meer doordat extern salderen nog niet was opengesteld. ‘Nu de eerste provincies hebben aangegeven extern salderen weer open te stellen, zal ook het Rijk hier zeer binnenkort toe overgaan’ schrijft de minister. ‘Ik heb Rijkswaterstaat gevraagd de mogelijkheden hieromtrent voor de MIRT-projecten te verkennen, in afstemming met betrokken provincies.’
Nieuwe natuur
Over het knooppunt Hoevelaken overlegt de minister ‘met de provincie Gelderland en Staatsbosbeheer over de aanleg en het beheer van nieuwe natuur’. Het tracébesluit voor knooppunt Hoevelaken verwacht ze begin volgend jaar en voor de A27/A12 Ring Utrecht nog eind dit jaar. Ook voor de A6 Almere-Lelystad ‘geldt dat de snelheidsverlaging onvoldoende ruimte biedt om in de volledige ruimtebehoefte te voorzien’, schrijft de minister. ‘Ik onderzoek daarom ook hier welke aanvullende mogelijkheden er nog zijn om te mitigeren of salderen.’ Het ontwerp-Tracébesluit staat nu gepland voor het eerste kwartaal van 2021.
Nog vier infraprojecten
Naast de drie genoemde projecten, staan er nog vier fileknelpunten op de lijst van ‘vlot te trekken MIRT-projecten’. Dat zijn de A27 Houten-Hooipolder, de A4 Haaglanden-N14, InnovA58 Tilburg-Eindhoven en InnovA58 Annabosch-Galder. Voor de A4 Haaglanden-N14 en A27 Houten-Hooipolder voorziet Van Nieuwenhuizen ‘op dit moment geen knelpunten rond stikstof die impact hebben op de planning van het project’. Wat betreft de twee InnovA58-projecten meldt de minister dat prioriteit is gegeven aan de realisatie van het traject Eindhoven-Tilburg. Dit najaar wordt bezien welke ruimte voor dit project beschikbaar is in het stikstofregistratiesysteem. Naar verwachting kan het Ontwerp-Tracébesluit medio 2022 worden vastgesteld. Bij InnovA58 Annabosch-Galder treedt, zoals de minister al eerder aan de Tweede Kamer meldde, drie tot vijf jaar vertraging op, vanwege de grote stikstofopgave. ‘In het kader van de gebiedsgerichte aanpak participeert het Rijk in het gebiedsproces voor het Natura 2000 gebied Ulvenhoutse Bos en wordt samen met provincie Noord-Brabant gezocht naar oplossingen voor de stikstofproblematiek voor dit specifieke project’, schrijft ze.