Perkpolder
Bij Perkpolder heeft Rijkswaterstaat aan de Westerschelde een nieuw, buitendijks natuurgebied gerealiseerd, dat in juni 2015 is geopend door het doorgraven van de bestaande zeedijk (foto: Rijkswaterstaat/Joop van Houdt).

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu gaat vervolgonderzoek doen naar thermisch gereinigde grond (TGG) in Perkpolder. Dit onderzoek richt zich op de kwaliteit van het zoete grondwater (de zoetwaterbel) dat vlak bij de dijk ligt. Verder komen de mogelijke risico’s van TGG in de moestuinen door verwaaiing tijdens de aanleg van de dijk aan bod.

Bovendien gaat het onderzoek in op vragen over mogelijke gezondheidseffecten van de verontreinigingen op de langere termijn en wordt een verdere verkenning gedaan van de vragen, zorgen en behoeftes die er leven onder de omwonenden en gebruikers van de Perkpolder. Het RIVM heeft gesproken met lokale overheden – gemeenten, provincies en waterschappen – en er zijn tijdens een bewonersavond ook vragen van omwonenden geïnventariseerd. Hierdoor heeft het RIVM inzicht gekregen in de vragen, argumenten en percepties van de betrokkenen in de omgeving van Perkpolder. Tot slot brengt het RIVM de mogelijke effecten op gezondheid en ecologie in beeld van verschillende scenario’s voor de toekomstige aanpak van de dijk. Die scenario’s worden momenteel door Royal HaskoningDHV in opdracht van Rijkswaterstaat opgesteld en uitgewerkt.

Thermische reiniging ligt onder vuur
In 2015 is bij Perkpolder een natuurgebied gecreëerd door een bres in de bestaande zeewering te maken. Om het achterland te beschermen is een nieuwe zeedijk aangelegd met thermisch gereinigde grond. Dat is grond die door verhitting is schoongemaakt. Bij de hoge temperatuur verbranden alleen organische verontreinigingen, zoals olieresten, en organische stof, zoals de humus- en plantenresten. Anorganische stoffen (zouten en metalen) worden niet verbrand. De kwaliteit van de gereinigde grond is zo slecht voor het bodemleven en de plantengroei dat deze vooral wordt gebruikt als ophoogzand, bijvoorbeeld in een dijk. Het proces ligt echter onder vuur omdat de grond ondanks het thermische reinigingsproces vervuilende stoffen als arseen en benzeen bevat die in het grond- en oppervlaktewater lekken. Dat gebeurde onder meer bij de Westdijk in Bunschoten. Toen die dijk in 2016 versterkt werd, bleek de grond vervuild met zware metalen, zouten en kankerverwekkende stoffen. Daarom startte waterschap Vallei en Veluwe in februari 2021 met het afgraven en afvoeren van de vervuilde grond in de dijk. Na het afgraven gaat er weer schone grond de dijk in.

Nieuwe meetgegevens
Aanleiding voor het vervolgonderzoek is de bezorgdheid van bewoners, die vrezen dat de Zeedijk in Perkpolder met dezelfde problemen kampt als de rivierdijk in Bunschoten. Ook zijn er volgens het RIVM nieuwe meetgegevens over de kwaliteit van de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater beschikbaar. In 2018 concludeerde het RIVM nog dat er verontreinigingen in het materiaal van de dijk zitten, maar dat deze geen risico’s vormen voor de gezondheid, omdat mensen na aanleg van de dijk in principe niet meer in contact komen met de TGG. Wel constateerde het RIVM dat tijdens de aanleg van de dijk fijnstof kon verwaaien en tijdelijke klachten kon geven, zoals irritatie aan ogen en neus. Ook kunnen er als gevolg van uitspoeling van verontreinigingen effecten optreden op ecologie in de bodem en het oppervlaktewater.

‘Afgraven geen kansrijke optie’
Het afgraven van de Zeedijk in Perkpolder is volgens Royal HaskoningDHV ‘geen kansrijke optie’. Er moet ruim 500.000 ton van de met benzeen en tolueen vervuilde grond weg en dat kan drie jaar duren. Bovendien wil niemand de gereinigde grond hebben. In het
‘Milieurendementsonderzoek TGG Perkpolder’ zette het advies- en ingenieursbureau op verzoek van Rijkswaterstaat verschillende oplossingen op een rij. Om recht te doen aan de ‘vele mensen die ongerust zijn’ werkt Royal HaskoningDHV de optie afgraven toch uit. Deze optie gaat mee in de eindrapportage die in het eerste kwartaal van 2022 klaar moet zijn.

Twee andere opties
Naast de optie ‘afgraven’ werkt Royal HaskoningDHV twee andere opties uit. In het ene scenario wordt de kwelsloot die om het gebied heen ligt geïsoleerd, waarna de vervuiling in de Westerschelde wordt geloosd. De andere optie gaat uit van een drainage onder de TGG die moet voorkomen dat de vervuiling in het grondwater terecht komt, meldt Omroep Zeeland.

Wrange smaak
Charles Heiszler van Stichting Schone Polder houdt na lezing van het rapport een wrange smaak over. “De conclusie ligt bij voorbaat al vast. Want de meest voor de hand liggende oplossing schiet men van tevoren al af.” Heiszler vindt het rapport van Royal HaskoningDHV ‘nietszeggend’ en advocaat Rogier Hörchner, die de omwonenden bijstaat, spreekt zelfs van ‘tamelijk schandalig’. Zij verbazen zich erover dat eerdere rapporten van Tauw en de onafhankelijke deskundige Edelman helemaal niet zijn meegenomen en dat de onderzoekers van Royal HaskoningDHV zelf al vaststellen dat er te weinig meetpunten zijn genomen. “Na vijf jaar stoort het zeer dat men nog steeds werkt met aannames”, reageert Hörchner.

Veertig meetpunten
Volgens Rijkswaterstaat zijn er in juni nog eens veertig meetpunten bijgeplaatst, waarmee uiteindelijk een beter beeld ontstaat van de verspreiding van de verontreiniging. Schone Polder vindt het allemaal veel te lang duren. “Iedere maand waarin je blijft meten en dus nog niet saneert, duurt te lang. Afgraven zou te duur zijn. Maar bedenk je eens wat het gaat kosten als je de vervuiling laat zitten en de komende vijftig, zeventig jaar lang moet blijven monitoren? Dan ben je nog veel duurder uit. Maar ja, dan lopen wij niet meer rond op deze aardbol.” De fractie HulstPlus kondigt aan vragen te willen stellen aan het college van Burgemeester en Wethouders in Hulst. De provincie wilde volgens Omroep Zeeland nog niet reageren, omdat ze het rapport nog niet heeft kunnen bestuderen. Ook de gemeente Hulst kon nog niet ingaan op het rapport en de scenario’s die Rijkswaterstaat nu uitwerkt.