Er komt een MIRT-onderzoek naar de Lelylijn. Dat is op 23 juni afgesproken door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe, die gedrieën optrekken in het Deltaplan Noordelijk Nederland. Deze te bouwen treinverbinding verbindt Lelystad en de steden Groningen en Leeuwarden, en zal circa 125 kilometer lang zijn. Dat bekort de reistijd tussen de Randstad en Noord Nederland.
De belangrijkste vragen die voorliggen betreffen het voorkeurstracé en de financiering. Ook het draagvlak voor het project komt aan de orde.
Eerste onderzoeksfase
Het ministerie van IenW rekent de financiële scenario’s door, voor verschillende tracé-opties. De kostenplaatjes behelzen de aanleg van de lijn, maar ook die van stations en de aanpassingen die elke optie vergt aan de bestaande infrastructuur. In een brief aan de Tweede Kamer schreef staatssecretaris Heijnen in april j.l. dat zij bij ‘zicht op 75 procent van de financiering van de voorlopige voorkeursvariant’ de volgende fase van het MIRT-onderzoek nog in deze kabinetsperiode wil laten uitvoeren.
Europees geld
Het kabinet Rutte IV heeft € 3 miljard gereserveerd voor de Lelylijn. Dat is verre van toereikend om welke planvariant dan ook voor driekwart te dekken. Het Rijk en de betrokken provincies hebben hun hoop gevestigd op Europees geld. Daartoe moet de Lelylijn een plaats krijgen in het Europese TENT-netwerk: een Europees spoorverbindingsplan. De overheid heeft de Lelylijn daarvoor voorgedragen. In december zal de Europese Commissie onder Tsjechisch voorzitterschap oordelen over de aanvraag. Staatssecretaris Heijnen meldt dat het kabinet vertrouwen heeft in een positieve uitkomst.
Werkorganisatie
Deltaplan Noordelijk Nederland heeft een werkorganisatie opgericht om het onderzoek te coördineren. In die werkorganisatie is een diversiteit aan stakeholders betrokken, waaronder bewoners en andere regionale overheden.