Raad van State haalt streep door bouwvrijstelling Porthos

Stikstofzaak raakt de hele Nederlandse bouwsector

Porthos - kaart infrastructuur voor de kust
De infrastructuur van Porthos in de Rotterdamse haven en in de Noordzee | Beeld: Porthos

De Raad van State uitspraak gedaan in het belangrijke stikstofdossier van het project Porthos voor de kust van het Rotterdams havengebied. Het project, dat de mogelijkheden verkent om afgevangen CO2 van de industrie te transporteren en op te slaan in lege gasvelden onder de zeebodem, verliest bouwvrijstelling. Die vrijstelling hield de stikstofuitstoot van de aanleg van Porthos buiten de vergunningverlening; alleen de emissie van de exploitatie telt dan mee. Milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB) vocht die vrijstelling aan. Nu de hoogste algemene bestuursrechter MOB in het gelijk stelt, heeft dat grote gevolgen voor bouwprojecten.

Porthos is een initiatief van het Havenbedrijf Rotterdam, Gasunie en staatsenergiebedrijf EBN. Het is van de projecten die zich richten op Carbon Capture and Storage (CCS) of CCUS – waarbij de U staat voor Utilisation, hergebruik.  Het doel van Porthos is realisering van een algemeen toegankelijke infrastructuur voor transport en opslag van afgevangen CO2. Die kan door meerdere partijen worden aangeleverd; in het Rotterdams havengebied zijn Shell en Exxon belangrijke gegadigden.

Hoe lang ‘tijdelijk’?

Bij de aanleg van de Porthos infrastructuur komt stikstof vrij. Omdat het om een milieuproject gaat en omdat de uitstoot van bouwactiviteit per definitie van tijdelijke aard is, viel Porthos volgens de regering onder de bouwvrijstelling. MOB, onder leiding van de bekende milieuactivist Johan Vollenbroek, betwistte dat. Daarbij speelde de vraag wat nog onder de noemer ‘tijdelijk’ valt een belangrijke rol. MOB stelt dat een bouwtijd van drie jaar te lang is om de uitstoot als zodanig te beschouwen. Bovendien wijst de organisatie erop dat de stikstofuitstoot van het Porthosproject neerslaat in kwetsbare natuurgebieden.

Impact RvS-uitspraak in Porthos-zaak

Voor de bouwwereld is de uitspraak van de Raad van State van groot belang in. De bouwvrijstelling is in 2021 door de rijksoverheid ingevoerd om te voorkomen dat een groot deel van de bouwsector stilvalt. De vraag of die vrijstellingsregeling spoort met Europese regelgeving op het gebied van natuurbescherming is onderwerp van een scherp juridisch debat.

Nu de Raad van State de bouwvrijstelling van Porthos van tafel veegt, zijn de gevolgen enorm. De initiatiefnemers van Porthos en Shell en Exxon als potentiële gebruikers van de infrastructuur hopen het project alsnog binnen een redelijke termijn van de grond te krijgen, zo liet VEMOBIN-directeur Klooster weten. Maar de impact van de uitspraak strekt veel verder: ook de bouwsector kan weer voor een groot deel stil komen te liggen. Er zal dan weer per bouwproject een vergunning nodig zijn. De branche maakt zich dan ook grote zorgen, met name over het risico dat grote offshore wind- en groene waterstofprojecten vertraging oplopen. In een tijd dat haast geboden is om de klimaatdoelstellingen te halen, komt dat vanzelfsprekend zeer ongelegen.

Vrijstellingscriteria

De pijn bij milieuorganisaties zit niet uitsluitend in de stikstofdepositie op zich. MOB is van mening dat de vrijstellingsregeling te breed is opgezet, en dat vrijstelling alleen zou moeten gelden voor projecten met een groot maatschappelijk belang, waar geen alternatieven voor zijn en waarbij natuurschade wordt gecompenseerd. Woningbouw zou daaronder kunnen vallen, maar naar het oordeel van organisaties als Milieudefensie is de 2 miljard euro subsidie aan Porthos indirect steun aan Shell en Exxon om hun afval op te ruimen, en daar ageren zij ook tegen met hun bezwaren tegen de bouwvrijstelling.

> Lees hier het uitgebreide artikel over Porthos uit OTAR 2021 #6