ProRail heeft, in overleg met de gemeente Maastricht, besloten de aanvraag voor de sloopvergunning van de spoorbrug over de Maas in die stad on hold te zetten. De sloopplannen leidden tot hevig verzet, waardoor de gemeente en ProRail besloten tot een nieuwe overlegronde met de andere partners: het ministerie van IenW en Rijkswaterstaat.
In 2017 deden de gemeente Maastricht en de provincie Limburg een aanvraag bij het ministerie van IenW om het goederenspoor te onttrekken aan de hoofdspoorweginfrastructuur. Er reden namelijk sinds 2012 geen goederentreinen meer over de stalen boogbrug. Het ministerie droeg ProRail op om onderzoek te doen naar de gebruiksmogelijkheden van de brug. Op basis van de uitkomsten van die studie gelastte IenW ProRail in 2018 om de onttrekking en de overdracht van het goederenspoor voor te bereiden. De aanvraag van de sloopvergunning leidt echter zoals gezegd tot protesten.
Bezwaren
De sloopplannen zijn opvallend, omdat de boogbrug in 2010-2011 nog voor 33 miljoen euro is opgeknapt. Aanleiding daarvoor was het plan om de twee grote papierfabrieken van Sappi in de regio per spoor met elkaar te verbinden. De Sappi-vestigingen bevinden zich in Maastricht en in Lanaken (even over de Belgische grens).
Daarbij heeft de brug monumentale waarde; voor veel Maastrichtenaren heeft het kunstwerk emotionele betekenis. “Het is een prachtige spoorbrug, een monumentaal stuk. En iets waar Maastricht heel trots op is”, zei PvdA-raadslid Anita van Ham vorige week bij 1Limburg. Zij wijst op gebruiksalternatieven, zoals inpassing in de sneltramverbinding Spartacus tussen Maastricht en Hasselt. Ze noemt tevens de mogelijkheid de spoorbrug om te bouwen fiets- en voetgangersbrug.
Verschillende Maastrichtse gemeenteraadsfracties, waaronder D66, Partij Veilig Maastricht en de PvdA hekelen het feit dat het sloopplan niet eerder met de Raad is gedeeld.
Sloopargumenten
De stalen spoorbrug over de Maas verving in 1957 zijn voorganger, die de oorlog niet overleefde. Toch werd er sinds 1957 nauwelijks gebruikgemaakt van de brug. Sedert de renovatie in 2010 reden er nog maar vijftien treinen over de spoorbrug, en de laatste jaren geen enkele meer.
Volgens de beherende partijen waren alternatieve gebruiksmogelijkheden afdoende bekeken en luidde de conclusie dat er geen reële opties op tafel liggen. De brug past weliswaar in het genoemde sneltramtraject, maar Rijkswaterstaat is niet enthousiast. Bij hoogwater zou de brug (te) vaak open moeten om schepen te laten passeren.
Nieuwe overlegronde
In de nieuwe overlegronde met de verschillende infrabeheerders zal aandacht uitgaan naar de monumentale status van de brug. Ook de nautische veiligheid en hoogwatermaatregelen staan op de overlegagenda. Na een goede weging van deze verschillende belangen en een analyse van de alternatieven zullen alle betrokken partners gezamenlijk beslissen over het vervolgtraject.