Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) wil in 2022 3,6 miljard euro investeren in onderhoud, vervanging en renovatie aan wegen, vaarwegen, spoor, bruggen en het hoofdwatersysteem. Dat maakt deel uit van de enorme onderhoudsopgave van de komende jaren. Ook komt er extra aandacht voor verkeersveiligheid, dijkversterking, regenwaterafvoer en het vasthouden van water bij droogte.
Dat blijkt uit de Miljoenennota en de Rijksbegroting 2022 die op Prinsjesdag door het demissionaire kabinet is ingediend bij de Tweede Kamer. “Regelmatig onderhoud van onze wegen, bruggen en spoorrails is heel belangrijk zodat (vracht)auto’s, schepen en treinen blijven doorrijden”, stelt het ministerie in een toelichting. “Het is nu extra belangrijk, want onze infrastructuur wordt intensiever gebruikt dan bij de bouw zeventig jaar geleden is ingeschat én er rijdt nu zwaarder verkeer overheen. Hierdoor staat Nederland voor één van de grootste infrastructurele opgaves uit de geschiedenis.”
Forse tekorten in de toekomst
Komend jaar kan Rijkswaterstaat 2,1 miljard euro investeren in onderhoud, vervanging en renovatie. ProRail zal tot en met 2025 jaarlijks 1,5 miljard euro investeren in beheer, onderhoud en vervanging van het spoor. Rijkswaterstaat stelde onlangs op de eigen website nog dat er veel te weinig budget beschikbaar is voor het in stand houden van infrastructuur. Zonder investeringen zullen er steeds vaker storingen optreden en spoedreparaties nodig zijn. Volgens brancheorganisaties in de infrasector is er structureel 4 miljard euro per jaar meer nodig dan er nu beschikbaar is. Het ministerie geeft toe dat de tekorten in de toekomst fors zijn, maar met de investeringen in 2022 kunnen de organisaties nu in elk geval de benodigde volgende stappen zetten. Een nieuw kabinet kan dan bepalen hoeveel het wil budgetteren voor de jaren daarna.
Stikstof blijft probleem
Aangezien Nederland tot en met 2030 nog 900 duizend woningen gaat bouwen, zijn er ook extra verbindingen en infrastructuur nodig. Zo gaan de tweede en derde tienminutentreinen eind 2021 rijden tussen Arnhem-Utrecht-Schiphol en tussen Schiphol-Den Haag-Rotterdam. “Het demissionaire kabinet wil onderhoud en aanleg van infrastructuur zo duurzaam mogelijk doen, ook met oog op de stikstofproblematiek”, stelt het ministerie. “Zo geven we ondernemers subsidie om bouwmachines zonder uitlaatgassen te kopen.” Maar in een interview bij de NPO, direct na de Troonrede, gaf demissionair minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken (met ook Wonen en Bouwen in haar portefeuille) al aan dat diezelfde stikstofproblematiek voorlopig nog een rem kan betekenen op de gewenste woningbouw, juist vanwege de benodigde infrastructuur. “Voor de woningbouw zijn we er wel in geslaagd om het stikstofprobleem te adresseren”, zei de minister. “Er kunnen nu weer bouwvergunningen worden verleend, onder meer doordat we de maximumsnelheid hebben verlaagd. En we hebben een soort stikstofdrempel ingevoerd, waardoor die vergunningen kunnen worden uitgegeven. Maar er is wel een groot probleem, want als je veel wilt bouwen, heb je ook de infrastructuur nodig: wegen, stations etc. En daar spelen de stikstofbeperkingen nog steeds.”
Extreem weer
Het hoogwaterprobleem in Limburg van afgelopen zomer laat volgens IenW zien dat Nederland beter moet worden beschermd tegen de gevolgen van extreem weer. Het klimaatrapport van het IPCC onderstreept de noodzaak hiervan. Het ministerie zet daarom “vol” in op dijkversterking en rivierverruiming. Er wordt verder onderzocht hoe Nederland kan worden voorbereid op hevige neerslag en met de aanbevelingen zegt IenW in 2022 aan de slag te gaan. Voor de aanpak van langdurige droogte, zoals die zich in de zomers van 2018, 2019 en 2020 manifesteerde, steekt IenW via het Deltafonds 100 miljoen euro extra in maatregelen die de zoetwatervoorziening klimaatbestendig maken. In totaal is hiervoor nu 250 miljoen euro beschikbaar.
Verkeersveiligheid
Verder zal IenW ook dit jaar 50 miljoen euro investeren in het verbeteren van verkeersveiligheid door het hele land. Dat is deel van het pakket van 500 miljoen euro dat de komende tien jaar beschikbaar komt. Andere overheden kunnen dit geld besteden voor aanleg of aanpassing van een veilige infrastructuur, bijvoorbeeld voor de fiets.
Post-Covid
Het ministerie meldt dat door de coronamaatregelen het aantal files en OV-gebruikers drastisch is afgenomen. “Nu de samenleving stap voor stap weer ‘open’ gaat, willen we de drukte in het weg- en OV-verkeer zoveel mogelijk mijden en spreiden”, zegt IenW. “Daarvoor worden afspraken met werkgevers en onderwijsinstellingen gemaakt over hoe mensen een gedeelte van de week thuis kunnen werken. Hoewel steeds meer reizigers het OV weer gaan gebruiken, zijn de inkomsten nog niet op het oude niveau van voor corona. Om een adequaat OV-voorzieningenniveau te kunnen blijven bieden, wordt voor de verlenging van de beschikbaarheidsvergoeding OV tot en met 31 augustus 2022 een bedrag van 140 miljoen euro geraamd.”