![Perkpolderfoto: Joop van Houdt / Rijkswaterstaat Perkpolder](https://www.otar.nl/wp-content/uploads/2021/09/zeedijk_Perkpolder-539482-e1632911307560-696x417.jpg)
Het RIVM constateert uit recent onderzoek dat de huidige normstelling onvoldoende geschikt is om thermisch gereinigde grond (TGG) veilig in het milieu te gebruiken. In de praktijk blijkt dat er te veel organische verontreinigingen, zware metalen en zouten in het grond- en oppervlaktewater terecht kunnen komen. Deze stoffen kunnen het ecosysteem verstoren. De gevonden concentraties leveren geen gevaar op voor de gezondheid van mensen.
Thermisch Gereinigde Grond (TGG) is een mengsel van grond en andere materialen dat wordt verhit om organische verontreinigingen te verwijderen. Ondanks toetsing aan wetgeving zijn er in het recente verleden milieuproblemen ontstaan bij de toepassing van TGG. Bepaalde organische verontreinigingen en metalen zijn in verhoogde concentraties aangetroffen. Met name de aanwezigheid van vluchtige organische verbindingen is opmerkelijk, vanwege de thermische reiniging van de grond. Eerder kwam het bericht naar buiten over de vervuilde zeedijk bij Perkpolder, waar de met TGG aangelegde zeedijk vervuild bleek met stoffen als arseen en benzeen die in het grond- en oppervlaktewater lekken.
Normstelling niet TGG-specifiek
Om de risico’s te beperken heeft het ministerie van I&W in het verleden normen gesteld voor de hoeveelheid verontreinigingen die TGG mag bevatten. Dit normenkader is gebaseerd op eigenschappen van gewone grond en houdt geen rekening met de specifieke eigenschappen van TGG. Hierdoor wordt de uitspoeling van metalen naar grondwater en oppervlaktewater onvoldoende voorspeld. En voor zouten ontbreekt normstelling volledig. Het RIVM adviseert daarom om in de normstelling ook die specifieke eigenschappen van het materiaal mee te nemen. Deze eigenschappen zijn namelijk van invloed op het meer vrijkomen van verontreinigingen dan bij gewone grond.
Metalen boven achtergrondwaarde
TGG is heterogeen van samenstelling. Per partij bestaat variatie in de aanwezigheid en concentraties van stoffen in TGG. Van de geanalyseerde dataset bevat 80-100% van de monsters concentraties metalen boven de Achtergrondwaarde (grens voor schone grond). Voor organische verontreinigingen varieert dit van 4-85% van de monsters. Pas bij concentraties boven de kwaliteitsklasse industrie mag TGG niet meer worden toegepast. Het merendeel van de onderzochte monsters in de RIVM-evaluatie voldoet aan de kwaliteitsklasse industrie. Op basis van de chemische samenstelling wordt TGG daarom geclassificeerd als (licht) verontreinigd materiaal.
Veilig hergebruik
Voor de toepassing van TGG wordt aanbevolen niet alleen te toetsen aan de chemische samenstellings- of emissienormen, maar ook aan de fysische en biologische kwaliteit van de TGG. Dat moet gebeuren in relatie tot de kwaliteit en functie van de omliggende (ontvangende) bodem. Daarom wordt aanbevolen de wijze van toepassing mede in beschouwing te nemen en te streven naar een zo hoogwaardig mogelijk hergebruik (of hoogwaardige toepassing). Ook is een kwaliteitsverbetering van de TGG noodzakelijk om ongewenste effecten op het milieu te voorkomen.
Ook bij het hergebruik van andere materialen worden in de praktijk problemen geconstateerd, zoals sommige bouwstoffen. Het RIVM adviseert om de komen jaren structureel aandacht te geven aan het normenkader voor het hergebruik van grond- en bouwmaterialen. Om het hergebruik van grond en bouwmaterialen beter te kunnen beoordelen werkt het RIVM ook aan een toepassingskader voor andere secundaire grondstoffen naast TGG.
Meer circulair
Het Nederlandse beleid is er op gericht om de circulaire economie, ofwel kringloopeconomie, te stimuleren. De circulaire economie richt zich dus op het zo hoogwaardig mogelijk inzetten en hergebruiken van grondstoffen in de verschillende schakels van de productieketen. Hierbij geldt dat verbranding van producten bijvoorbeeld om energie te creëren vaak wordt beschouwd als een laagwaardig hergebruik. Ook het storten van bouwafval als verharding onder wegen kan worden beschouwd als hergebruik, maar van laagwaardige kwaliteit. Dit geldt in zekere zin ook voor het hergebruik van TGG. TGG kan niet zonder meer worden beschouwd als restproduct van een productieproces. TGG is immers het eindproduct van een reinigingsproces met de intentie om grond weer herbruikbaar te maken ten opzichte van het beginproduct.
Toch is ook voor TGG een kwaliteitsverbetering mogelijk, wat tot een hoogwaardiger gebruik kan leiden en negatieve gevolgen van hergebruik voorkomt. Bijvoorbeeld door nabehandeling van het eindproduct, waardoor het meer overeenkomsten krijgt met de kenmerken van natuurlijke onbehandelde gronden.
Lees meer in het onderzoeksrapport op de website van het RIVM.