Rijkswaterstaat en Ploegam gaan starten met het verlagen van kribben en oevers in het Pannerdensch Kanaal. Het project wordt volgens het twee-fasenproces gedaan. Dit is een relatief nieuwe contractvorm binnen het transitieprogramma ‘Op weg naar een vitale infrasector’. Hierbij brengen opdrachtgever en opdrachtnemer samen de risico’s in kaart, voordat afspraken worden vastgelegd over de realisatie.
Het Pannerdensch Kanaal stroomt niet goed door bij hoogwater. Om de hoogwaterveiligheid te vergroten, gaat Rijkswaterstaat hier een aantal kribben en oevers verlagen. Hierdoor neemt de kans op overstromingen af in het hele Nederlandse rivierengebied.
Werkzaamheden starten waarschijnlijk in juni
Wanneer Ploegam precies kan starten met het (deels) afgraven van de kribben en oevers, is afhankelijk van de waterstand. In feite moet die ‘gemiddeld’ zijn. Het water mag niet te hoog staan, omdat dan niet op de kribben en oevers kan worden gewerkt. En bij een heel lage waterstand kan ook niet worden gewerkt, omdat de schepen dan het materiaal dat nodig is voor de werkzaamheden niet kunnen aanvoeren. Naar verwachting starten de werkzaamheden in juni 2022.
Twee-fasenproces
Omdat het project volgens het twee-fasenproces wordt uitgevoerd, werken opdrachtgever en opdrachtnemer vanaf de planuitwerkingsfase (voorheen planstudiefase) intensief samen. Ze komen zo gezamenlijk tot een ontwerp waarvan beide partijen van mening zijn dat het in de realisatiefase goed uitvoerbaar is. Dit moet niet alleen innovatie stimuleren, maar ook meer zekerheid geven over de prijs van het project. Het project in het Pannerdensch Kanaal is zeker niet het eerste project dat Rijkswaterstaat op deze manier aanpakt. Zo werd onlangs nog de renovatie van de Prinses Marijkesluis volgens dezelfde regels gegund aan Mourik Infra en ook bij de Amsterdamse Zuidas wordt in verschillende projecten volgens deze methode gewerkt.
Transitie
Werken volgens het twee-fasenproces is een van de maatregelen uit het plan van aanpak binnen het traject ‘Op weg naar een vitale infrasector’. Daarin werken Rijkswaterstaat en marktpartijen samen aan “een sector die duurzaam en innovatief is, financieel gezond en waarin de risico’s die inherent zijn aan infraprojecten, goed worden beheerst”, aldus Rijkswaterstaat. Ervaringen die bij dit project worden opgedaan, worden gebruikt bij andere projecten.