De stuw bij Driel is geopend, zodat het water via de Nederrijn, en verderop de Lek, makkelijker naar zee kan stromen (foto: Rijkswaterstaat).

Rijkwaterstaat bereidt zich voor op een hoogwatergolf op de Rijn. Veel regen en smeltwater van sneeuw in het zuiden van Duitsland en Zwitserland zorgen voor een stijging van de waterstand. Bij Lobith wordt eind deze week een waterstand tot 14,30 m +NAP verwacht. Als de waterstand boven de 12 m +NAP komt, treden de rivieren buiten hun oevers en zijn maatregelen nodig.

Bij hoogwater op de rivieren kan Rijkswaterstaat verschillende maatregelen nemen om het water versneld af te voeren naar zee, zoals het openen van de stuwen op bijvoorbeeld de Maas en Rijn. Rijkswaterstaat heeft inmiddels de stuwen in de Nederrijn-Lek bij Driel, Amerongen en Hagestein geopend. Dat trio wordt ook wel ‘de kraan van Nederland’ genoemd. Ook is de hoogwaterkering Ravenswaaij in het Amsterdam-Rijnkanaal gesloten. Deze kering tussen Ravenswaaij en Tiel beschermt het achterland in het westen tegen opkomend hoogwater vanaf de Lek. De scheepvaart moet omvaren via de Prinses Marijkesluizen.
Tekst loopt door onder de foto

De hoogwaterkering Ravenswaaij in het Amsterdam-Rijnkanaal is gesloten om het achterland te beschermen tegen opkomend hoogwater vanaf de Lek (foto: Rijkswaterstaat).

Haringvlietsluizen op een kier
Bovendien staan de Haringvlietsluizen op een kier. In het geval van hoogwater op de Rijn of Maas voeren deze sluizen een groot deel van het toegestroomde water af naar de Noordzee. Er wordt dan dus volop gespuid in zee.

Na het weekend waarschijnlijk minder hoog
Rijkswaterstaat verwacht dat het water na het weekeinde weer gaat zakken, maar als er opnieuw veel neerslag valt, is een nieuwe stijging ook mogelijk. Daarom meet Rijkswaterstaat nauwgezet hoeveel water er door de rivieren stroomt en hoe hoog de waterstanden zijn langs de kust en op de grote meren. Binnen Nederland werkt Rijkswaterstaat nauw samen met andere waterbeheerders, zoals waterschappen, gemeenten en provincies. Naast metingen worden met behulp van modellen verwachtingen opgesteld op basis van weersverwachtingen, neerslaggegevens en de waterhoogtes van de rivieren in Duitsland, België en Zwitserland.