Het beperken van de groei is pas innovatief

Je kan de dagbladen niet openslaan of het gaat over de een of andere crisis. In Nederland hebben we het bijvoorbeeld over de stikstofcrisis, coronacrisis, toeslagencrisis, woningmarktcrisis, energiecrisis, klimaatcrisis, vluchtelingencrisis, personeelscrisis. Ongetwijfeld is dit lijstje niet eens compleet. De vraag rijst: is dit nu een samenloop van omstandigheden of is er sprake van een patroon of loopt het systeem tegen zijn grenzen aan? Hadden we dit kunnen weten of zelfs kunnen voorkomen? Het antwoord op die vraag is een zoektocht in het verleden.

Grenzen aan de groei; Alarmerend rapport over toekomst aarde en mens

De evolutie van de mens is te danken aan de natuurlijke bronnen op deze aarde; bodem,lucht, water en biodiversiteit. Van die bronnen(assets) is de mens afhankelijk. De mens is onderdeel van die natuur. Het rapport ‘Grenzen aan de groei’ van de Club van Rome, dat in maart 1972 verscheen, zorgdewereldwijd voor veel commotie. Het rapport had een krachtige impact op het mondiale milieubewustzijn. In het rapport werd gesteld dat, als de westerse maatschappij in hetzelfde tempo bleef consumeren, de rek er binnen honderd jaar uit zou zijn. Met name de bevolkingsgroei en industriële productie zouden fikse klappen krijgen, terwijl de uitputting van grondstoffen al binnen vijftig jaar voor problemen zou gaan zorgen.

We zijn exact 50 jaar verder en waar staan we nu in Nederland? De afgelopen tientallen jaren komen deze assets steeds vaker negatief in het nieuws. Slechte bodemkwaliteit in Nederland staat het halen van de klimaatdoelen in de weg, kopte de Volkskrant op 29 juni 2020. De stikstofcrisis met de boerenprotestacties en uiteindelijk het rapport Remkes is daar momenteel een uiting van. Ook het bewustzijn dat het klimaat een bedreiging vormt voor Nederland is een aantal jaren geleden al gegroeid. Er was wel een klimaatzaak voor nodig, aangespannen door Urgenda, om dat bewustzijn ook bij de regering te laten doordringen.

Recentelijk werd de noodzaak van maatregelen door klimaatrampen, zoals droogteperiodes en ongekend hevige wateroverlast in Duitsland, België en Limburg bevestigd. Planten- en diersoorten verdwijnen in een zeer snel tempo als gevolg van menselijke activiteiten. Over waterkwaliteit berichtte diezelfde Volkskrant op 3 juni 2022 dat Nederland onderaan staat op de Europese ranglijst.

Gek genoeg zijn we het besef dat de mens onderdeel is van de natuur grotendeels verloren. Ons moderne rationele denken, onze wetenschap vertelde ons aanvankelijk dat we konden profiteren van de natuur: het grenzeloos ontginnen, expanderen en exploiteren. Maar met het vorderen van diezelfde wetenschap veranderde er wat. Er waren een atoombom en een maanlanding voor nodig om ons te realiseren hoe kwetsbaar onze leefomgeving is en hoe hoog de macht van die ene soort, de mens, was gestegen. De samenvattende conclusie van het rapport van de Club van Rome: “De mensheid kan niet blijven doorgaan zich met toenemende snelheid te vermenigvuldigen en materiële vooruitgang als hoofddoel te beschouwen, zonder daarbij in moeilijkheden te komen. Dat betekent dat we de keuze hebben tussen nieuwe doelstellingen zoeken teneinde onze toekomst in eigen handen te nemen, of ons onderwerpen aan de onvermijdelijk wredere gevolgen van ongecontroleerde groei.”

De gemeenschappelijke vijand van de mensheid is de mens

De grenzen voorbij

In 1991 kwam een geactualiseerde versie van ‘Grenzen aan de groei’ uit: ‘De grenzen voorbij’. Dat boek heeft minder de publiciteit gehaald dan ‘Grenzen aan de groei’. De titel laat wel zien dat de boodschap in dit rapport nog dramatischer was: een aantal grenzen waren inmiddels al gepasseerd. Klimaatverandering, bodemerosie, uitputting van waterbronnen, uitputting van goedkope brandstoffen. De Afrikaanse olifant, waarvan er nog maar 400.000 in Afrika en 50.000 in Azië in het wild leven, dreigt uit te sterven. Hetzelfde geldt voor de koraalriffen, meerdere soorten insecten en voor vogels, die sterven door het eten van plastics. Biodiversiteit wordt meestal beschreven als de ‘verscheidenheid aan leven, in allerlei vormen, op aarde’. Het omvat het aantal soorten, hun genetische variatie en de interactie van deze levens-vormen binnen complexe ecosystemen. In een VN-verslag gepubliceerd in 2019, waarschuwden wetenschappers dat één miljoen soorten, uit een geschat totaal van 8 miljoen, op het punt staan om uit te sterven, waarvan vele soorten al binnen enkele decennia. Sommige onderzoekers beweren zelfs dat we al halfweg de zesde massale uitsterving zijn in de geschiedenis van de aarde. Eerdere massauitstervingen zorgden voor het uitsterven van 60% tot 95% van alle soorten. Voor ecosystemen duurt het bovendien miljoenen jaren om van zo’n gebeurtenis te herstellen. Volgens De Club van Rome Nederland, die inmiddels ook 50 jaar bestaat, bevinden mensheid & ecologie zich op het donkerste scenario uit het invloedrijke rapport uit 1972: overshoot & collapse.

Anders kijken naar kwaliteit

In de afgelopen 50 jaar is veel gebeurd, maar veel ook niet. Dennis Meadows, Amerikaans systeemwetenschapper en emeritus hoogleraar en één van de auteurs van ‘De grenzen aan de groei’ zegt daarover: “De mens is zich bewust geworden dat hij zijn eigen leefwereld kan vernietigen. Het bewustzijn over mondiale bedreigingen, zoals de verandering van het klimaat en de aantasting van de ozonlaag, is sterk toegenomen. Maar aan de andere kant vindt er nog steeds een exponentiële groei plaats van bevolking, kapitaal, grondstoffengebruik en milieuvervuiling. Er is geen einde gekomen aan de armoede, de verspilling van natuurlijke hulpbronnen, de vernietiging van de natuur.”

De politiek moet sturen in plaats van reageren

Niet alles groeit in hetzelfde tempo als eerder werd aangenomen: het een gaat wat sneller, het ander wat langzamer, maar groei blijft nog steeds het overheersende patroon in onze perceptie van een betere toekomst. De Club van Rome maakt duidelijk dat we iets aan die perceptie moeten doen. Er is een toekomst met een goede kwaliteit van leven mogelijk als we de moed hebben om ons begrip van die kwaliteit te herijken. Kwaliteit zonder de keerzijde van uitputting van grondstoffen, water en agrarische hulpbronnen. Durven erkennen dat we onze huidige maatschappelijke ordening moeten bijstellen (en ontdekken dat er prima alternatieven zijn!).

Marktstelsel

Het marktstelsel houdt overexploitatie van de hulpbronnen immers niet tegen. Meadows noemt als voorbeeld de gemeenschappelijke voedselbron vis. “Het markstelsel beloont op een actieve manier diegenen die als eersten komen en het meest inpikken. Als de markt schaarste signaleert doordat de visprijs hoger wordt, zijn de rijke mensen nog steeds bereid te betalen. De hoge prijs is geen signaal voor voorzichtigheid; de prijs leidt niet tot een beleid gericht op behoud, maar stimuleert erg genoeg tot meer vangst. En het markstelsel heeft de vis niet bestemd voor degenen die er de grootste behoefte aan hebben, want de hongerigen vormen in het marktstelsel geen factor van betekenis.” Er moeten keuzen worden gemaakt en andere wegen worden ingeslagen.
Die keuzes worden in tijd gezien wel versmald, maar er is nog steeds een verscheidenheid aan wegen, meent Meadows. Hij volgt daarbij de lijn die de commissie-Brundtland uitzette in ‘Our common future’ (1987): die van de duurzame samenleving en duurzame ontwikkeling. Die werd gedefinieerd als: “een ontwikkeling die tegemoetkomt aan de noden van het heden, zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in het gedrang te brengen”. Volgens Meadows is het mogelijk de groeitrends om te buigen en een toestand van ecologische en economische stabiliteit te bereiken. Het is nog steeds mogelijk om een duurzame samenleving te bereiken, waarin acht tot negen miljard mensen kunnen leven in een welvaart die ruwweg het niveau heeft van die van de huidige Europeaan.

De snelheid waarmee niet vernieuwbare hulpbronnen worden verbruikt, mag niet hoger zijn dan de snelheid waarmee vervangende duurzame bronnen worden ontwikkeld. Dat laatste kan bijvoorbeeld door een deel van de winst op olie systematisch te investeren in zonnecollectoren. De vervuiling mag niet hoger zijn dan het tempo waarin de vervuilende stof kan worden teruggewonnen of waarin het milieu deze onschadelijk kan maken. Meadows: “De term ‘groei’ is buitengewoon verwarrend, waarbij verschillende dingen op een hoop worden gegooid. We hebben in de jaren tachtig economische groei gehad, maar daar is het milieu niet schoner van geworden. Een duurzame samenleving is niet voor of tegen groei, maar maakt onderscheid tussen bepaalde soorten groei. Vraagt zich af waar de groei voor nodig is, wat die kost, aan wie die ten goede komt, of de aarde die aankan.”

Duurzaamheid en de rol van de politiek

In de Troonrede zei koning Willem-Alexander over duurzaamheid: “Onze huidige manier van leven stuit op economische, sociale en ecologische grenzen. Dat vergt een andere economie en arbeidsmarkt. De urgentie van klimaataanpak en energietransitie wordt alleen maar groter. Samen met de andere EU-lidstaten werkt Nederland aan energiebesparing en een nog snellere overstap naar schone energie. Het streven naar 60% minder CO2-uitstoot in 2030 vraagt nu om actie. De droogte van deze zomer onderstreept nog eens hoe belangrijk het is dat we voorbereid zijn op extreme weersomstandigheden en ons aanpassen aan klimaatverandering.” Komen de woorden van de koning nog op tijd? De rapporten van de Club van Rome geven aan dat we óf ons gedrag tijdig moeten aanpassen óf we ons moeten wapenen tegen de wrede gevolgen van ongecontroleerde groei.

Onze huidige manier van leven stuit op economische, sociale en ecologische grenzen

Een crisis is naar mijn mening het gevolg van ongecontroleerde groei. Gelet op de vele crisissen, die vaak ook weer verband houden met elkaar, lijkt het op het wrede gevolg, omdat we ons gedrag niet of te laat hebben aangepast. Dat is het probleem van de politiek. De politicus is bang zijn electoraat te verliezen en daarmee niet herkozen te worden. Die zorgt er liever voor dat goedkoop vliegen mogelijk is in plaats van verduurzaming en dat Lelystad Airport toch doorgaat. De waan van de dag regeert door het ontbreken van een visie op de toekomst van onze maatschappij. Escalaties zijn een gevolg. Politici verschuilen zich vaker achter draagvlak dan dat ze draagvlak zien als iets zien dat ze zelf kunnen creëren. De gewone burger willen ze daarmee ontzien. Terwijl het ook die gewone burger is die zijn huis in Limburg onder water ziet lopen. Het is diezelfde burger die in een slecht geïsoleerd huis woont. We kunnen zelf als burgers ook goed leiderschap afdwingen door te kiezen voor perspectief zonder disproportionele groeiambities.

De belangrijkste ambitie van de samenleving zou nu moeten zijn: een leefbare wereld nalaten aan onze (klein)kinderen. Ik hoop dat de politiek door de opeenstapeling van crisissen uiteindelijk dit land met een vooruitziende in plaats van een reactieve blik zal gaan besturen.


Longreads zijn artikelen uit het magazine die wekelijks geplaatst worden op OTAR.nl