Zandwinput Over de Maas, waar de reststof graniet wordt gestort (foto: Jac van Tuijn).

Volgens de Raad voor de Journalistiek heeft het onderzoeksprogramma Zembla journalistiek onzorgvuldig gehandeld in de berichtgeving over de betrokkenheid van Rijkswaterstaat bij een storting van 100.000 ton granuliet in de Gelderse zandwinput Over de Maas. In de uitzending werd gesteld dat de top van Rijkswaterstaat daarvoor een vergunning verleende aan het Amsterdamse Bontrup. De berichtgeving hierover was volgens de Raad “eenzijdig, onevenwichtig en tendentieus”.

Bontrup kreeg volgens het BNNVARA-programma tweemaal geen vergunning om het granuliet te storten, vanwege de risico’s voor het milieu. Daarop zou het Amsterdamse bedrijf oud-politicus Halbe Zijlstra hebben ingeschakeld, die het in contact bracht met de Rijkswaterstaat-top. Die laatste stond de storting uiteindelijk toe, ontdekte Zembla.

Reputatieschade
Volgens Bontrup liep het bedrijf door de berichtgeving reputatieschade op en daarom stapte het naar de Raad voor de Journalistiek. Volgens het bedrijf werd het granuliet ten onrechte als schadelijk afval aangemerkt. Het bedrijf verweet Zembla maar één deskundige te hebben opgevoerd, terwijl andere experts volgens Bontrup van mening zijn dat granuliet een ‘schoon’ materiaal is. Zembla verweerde zich door te zeggen dat de focus van de berichtgeving lag op de gang van zaken bij Rijkswaterstaat, niet bij het bedrijf. Ook vond de redactie dat er genoeg grondig onderzoek was verricht en dat Bontrup voldoende ruimte kreeg om in de uitzending te reageren.

Onvoldoende genuanceerd
De Raad voor de Journalistiek is het niet met dat verweer eens. Volgens de Raad werd het Amsterdamse bedrijf in de uitzending inderdaad van strafbare feiten beschuldigd door deskundigen en werd dit bovendien onvoldoende genuanceerd. Ook kreeg Bontrup niet genoeg ruimte om te reageren. Aan vonnissen van de Raad zijn geen juridische consequenties verbonden.