PFAS
Het tijdelijke handelingskader dat staatssecretaris Van Veldhoven in de zomer van 2019 uitvaardigde, zorgde ervoor dat het grondverzet in Nederland nagenoeg stil kwam te liggen (foto: Recyclind/Pixabay).

Nederland heeft op 15 juli samen met Duitsland, Denemarken, Zweden en Noorwegen officieel het Europese PFAS-verbod aangemeld bij het Europees chemicaliënagentschap (ECHA). Sinds 2020 werken de vijf landen samen aan dit Europese verbod. Bijzonder aan dit restrictievoorstel is dat alle schadelijke PFAS-stoffen, zo’n 6000 in totaal, voor het eerst in één keer verboden gaan worden.

Staatssecretaris Van Veldhoven: “Ik vind het belangrijk dat we ons milieu en onze gezondheid beschermen tegen PFAS. De beste en meest effectieve manier daarvoor is het probleem aan de voorkant aanpakken en het gebruik en de uitstoot aan banden leggen. Dat kan alleen met een Europees verbod.”

Uitzondering voor essentiële toepassingen
Hoe het Europese verbod eruit komt te zien en voor welke producten dit gaat gelden, is nu nog niet te zeggen. Het verbod zal zich richten op alle toepassingen van PFAS, met uitzondering van enkele toepassingen die als essentieel worden gezien. Het aanmelden bij ECHA is de eerste officiële stap om tot een verbod te komen. Het komende jaar wordt de informatie over het gebruik van PFAS nader geanalyseerd en wordt het restrictievoorstel onderbouwd. Ook wordt gekeken voor welke toepassingen eventueel een uitzondering op het verbod nodig is, waarna het restrictievoorstel in juli 2022 kan worden ingediend. Vervolgens kijken de wetenschappelijke comités van Europa (RAC en SEAC) naar het restrictievoorstel. Zij bepalen onder andere of bij de voorgestelde restrictie de maatschappelijke kosten opwegen tegen de baten en beoordelen de geschiktheid van alternatieven. Ook vindt een consultatieronde plaats. Daarna is de Europese Commissie aan zet. Die stelt op basis van alle bevindingen een wijziging voor in de lijst van restricties onder de REACH-verordening. De Raad en het Europese Parlement hebben drie maanden om hierop te reageren. Tenslotte treedt de restrictie na een overgangsperiode in werking, het streven is nog vóór 2025.

Grondverzet kwam tot stilstand
In de zomer van 2019 zorgden de Nederlandse PFAS-normen ervoor dat zo’n beetje de hele bouw- en infrasector stil kwam te liggen. Omdat er op dat moment nog geen milieunormen bestonden, stelde staatssecretaris Van Veldhoven in juli 2019 tijdelijke, strenge regels in voor het omgaan met PFAS-houdende grond. Dat was vooruitlopend op de afronding van een onderzoek van het RIVM. Dat betekende dat zo’n beetje al het grondverzet in Nederland tot stilstand kwam. Bij elk project waar ook maar een beetje grond afgegraven, gestort of afgevoerd moest worden, kregen de betrokkenen te maken met de strenge PFAS-normen. Als landbouw- of natuurgrond meer dan 0,1 microgram PFAS per kilogram bevatte, golden strikte maatregelen voor de verwerking: de grond mocht niet zomaar verplaatst worden, en alleen gestort worden in grond met hogere PFAS-waarden, om verdere vervuiling tegen te gaan. In het najaar van 2019, toen het RIVM-onderzoek was afgerond, werden de regels weliswaar versoepeld, maar nog altijd zorgt de term PFAS bij veel bouw- en infrabedrijven voor beroering.

Uitstoot voorkomen
De afgelopen jaren zijn steeds strengere eisen gesteld aan het gebruik van sommige PFAS-stoffen en geldt er al een verbod op PFOA en PFOS, twee stoffen die behoren tot de PFAS-groep. Door nu die hele grote groep PFAS in één keer te verbieden, willen de vijf samenwerkende landen voorkomen dat de ene schadelijke PFAS wordt vervangen door een andere die later ook weer schadelijk blijkt.