Brede Groene Dijk: schoolvoorbeeld van duurzaamheid

Brede Groene Dijk
De Brede Groene Dijk in september 2022 kort na oplevering, met op de voorgrond de kwelder. Beeld: Edwin van Vliet/EcoShape

Bij het project Brede Groene Dijk, een innovatieproject van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP), is een dijk bij Finsterwolde over een lengte van 750 meter versterkt met klei gemaakt van zout baggerslib uit de Eems Dollard. Hiermee losten twee problemen elkaar op: verwijdering van het slib leidde tot schoner water in de Eems Dollard en de Brede Groene Dijk kwam op een duurzame – want geen transportkilometers – manier aan klei. De succesvolle pilot wordt gevolgd door brede monitoring en meer onderzoek om te komen tot bredere toepassing. De voortekenen zijn gunstig: tijdens het Deltacongres half november won de Brede Groene Dijk het Zonnetje, de publieksprijs voor een aansprekend project dat geldt als lichtend voorbeeld als het gaat om effectieve, innovatieve en kansrijke uitvoering van het nationaal Deltaprogramma.

Auteur: Wilma Schreiber

Aanleiding voor het project Brede Groene Dijk was afkeuring in 2010 van de grasbekleding op de dijk: deze bleek niet sterk genoeg om golven te kunnen opvangen. Bij de versterking werd gekeken naar verschillende typen ­bekleding. “Je kunt kiezen voor steen of asfalt, maar een mooie groene dijk past beter in het landschap. Zeker omdat de dijk grenst aan kwelders en Natura 2000-gebied”, aldus Henk van Norel, specialist keringen en veiligheid bij Waterschap Hunze en Aa’s. Voor zo’n brede groene dijk is heel veel klei nodig, en in dat opzicht bood het programma Eems Dollard 2050, onder meer bedoeld om nuttige toepassingen te vinden voor slib in dit deel van de Waddenzee, een kans. “De troebelheid van het water vormt een ecologisch probleem en binnen het programma werd gezocht naar een oplossing om het schoon te krijgen door het slib te verwijderen. Normaal gesproken vaart een baggerschip een paar kilometer de zee op om de bagger te lossen, nu werd deze aan land gebracht en vervoerd naar een proefveld voor kleirijping.”

Brede Groene Dijk
Proef met gerijpte klei. Foto: Tijmen van Vlier

Eerder al had het HWBP binnen de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken een haalbaarheidsstudie verricht naar het gebruik van zeeslib voor versterking van dijken. “De resultaten waren positief en daarom hebben we een aparte beschikking afgegeven aan het waterschap om hiermee door te gaan”, vertelt Diederik Bijvoet, als adviseur techniek & innovatie actief binnen het HWBP. Eems Dollard 2050, waarin een aantal overheidspartijen zoekt naar manieren om economische en ecologische activiteiten met elkaar in balans te brengen, trad op als opdrachtgever voor de kleirijperij. Het consortium EcoShape voerde een praktijkproef uit voor droging van het slib tot klei. Tevens ontving het consortium voor uitvoering van de pilot financiering van het Waddenfonds.

‘Het ontwerp is aangepast op de kwaliteit van de klei’

Omgekeerde werkwijze

Voor de proef werden vijftien veldjes ingericht, voorzien van tussendijken, waarbij allerlei variabelen werden onderzocht: laagdikte, drainage door middel van een zandbed, bewerking (frequent omzetten of niet), beworteling van vegetatie en het slib in één of twee keer aanbrengen. “Het drogen van het slib is het belangrijkste. Bij het onderzoek naar hoe snel het zout- en het organische-stofgehalte afnemen, ontstond een dilemma: dit bleef te hoog en voldeed daardoor niet aan de gangbare normen voor klei. En dat zou invloed kunnen hebben op de erosiebestendigheid. Dus was de vraag: hoe sterk is die klei, wat is het juiste vochtgehalte en kunnen we de dijk zo verdichten dat hij sterk genoeg wordt?”, schetst Van Norel. Om de geschiktheid van de deltaklei te bepalen, vond een proef plaats bij Deltares. “In een grote golfgoot hebben we de Brede Groene Dijk op ware schaal nagebouwd met materiaal uit de kleirijperij. Daarna is er een superstorm op losgelaten, met golven van twee meter hoog die behoorden bij de norm voor de dijk. Enige schade mag, maar de dijk mag niet doorbreken. Nadat we hadden vastgesteld hoe sterk de klei was, was de volgende vraag: hoe pas je het ontwerp aan en hoe dik moet de kleilaag dan zijn om zo’n storm te weerstaan? In feite zijn we dus omgekeerd te werk gegaan in vergelijking met reguliere dijken. We hebben eerst de eigenschappen van de klei vastgesteld en hebben daar ons ontwerp op aangepast.”

Infographic van de dijk
Infographic van de dijk

Juiste bandbreedte

Om de klei met succes te gebruiken, is een aantal factoren van belang. “De manier waarop je de klei verwerkt, is heel belangrijk. Die moet je heel zorgvuldig aanbrengen, een te dikke laag is bijvoorbeeld nadelig voor de verdichting. Dus moet je strikt zijn op je materiaal en op hoe je dit neerlegt”, stelt Bijvoet. Ook de consistentie-index speelt daarbij een grote rol, vult Van Norel aan. “Daarbij kijk je naar het vochtgehalte van de klei bij het aanbrengen op de dijk. Is de klei te nat, dan is de verdichting niet goed en kunnen bij het nadrogen scheuren ontstaan. De Deltagootproef heeft ons geleerd dat structuurvorming in de klei een aangrijppunt vormt voor golven, waardoor die de dijk kapot maken.” Te droge klei is ook onwenselijk met het oog op verwerking en verdichting. “Je moet dus precies binnen de juiste bandbreedte qua vochtgehalte zitten.” Tijdens de proef met de Groene Brede Dijk werkte het waterschap dan ook met een mobiel laboratorium dat aan de hand van bemonstering monitorde of de juiste verdichting werd gehaald. Het zeeslib werd eveneens gecontroleerd op vervuiling. “Het voldeed aan de milieu­kundige eisen voor toepassing in het systeem, in dit geval de zee, omdat we de dijk aan de zeezijde versterken.”

‘Het gaat naast dijkversterking ook om meerwaarde voor de natuur’

Diederik Bijvoet, adviseur techniek
“Dit is een van de eerste keren dat lokale toepassing van grondstoffen goed gelukt is. Dat gaan we ongetwijfeld bij meer projecten zien”, aldus Diederik Bijvoet, adviseur techniek

Meerwaarde natuur

De komende drie jaar wordt de Brede Groene Dijk nauwgezet gemonitord. Dan moet ook blijken hoeveel nazorg een dijk van zeeslib vereist. Verder wordt gekeken of het gras wil groeien, net als de kruidenmengsels die in proefvakken op de dijk zijn aangebracht. “Vanuit de techniek is de nazorg het belangrijkste om te bepalen in hoeverre je deze aanpak kunt ­opschalen. Daarnaast zijn we in dit project wel een stuk Natura 2000-gebied ingegaan. Dus bij toepassing over een groter ­oppervlak is het zaak de impact op de natuur in kaart te brengen”, verklaart Bijvoet, die ook positieve effecten verwacht. “Het kruiden­mengsel kan een bijdrage leveren aan de natuurwaarden en de biodiversiteit in het gebied. Wellicht dat dit de ­onzekerheid bij natuurbeschermers over dit soort ontwikkelingen kan wegnemen. Op landelijke schaal gaan we steeds meer naar oplossingen waarbij je meerwaarde probeert te creëren voor het landschap en voor de natuur. Het gaat niet langer puur om dijkversterking.” Van Norel beaamt dat doordat de dijk breder wordt, deze ook zo’n 11 meter opschuift in het Natura 2000-gebied. “We volgen dan ook op de voet hoe straks de overgang van dijk naar kwelder zich ontwikkelt. Wie weet welke vegetatie daar weer kan ontstaan. ­Dergelijke gradiënten kunnen interessant zijn voor de biodiversiteit. Daarom hebben we bewust het onderste deel van de dijk niet ­ingezaaid, zodat het aanwezige zaad in de bodem, dat past bij deze plek, kan opkomen.”
Henk van Norel, specialist keringen en veiligheid bij Waterschap Hunze en Aa’s.
“In feite zijn we omgekeerd te werk gegaan in vergelijking met reguliere dijken. We hebben eerst de eigenschappen van de klei vastgesteld en hebben daar ons ontwerp op aangepast”, zegt Henk van Norel, specialist keringen en veiligheid bij Waterschap Hunze en Aa’s.

Gunstige bijeffecten

Gevraagd naar de voordelen van Brede Groene Dijk met het oog op duurzaamheid, wijst Van Norel op het feit dat in feite twee problemen met elkaar worden opgelost. “De Eems Dollard wordt een stuk schoner doordat het slib eruit gehaald wordt en dat bezorgt ons de klei die we nodig hebben voor het versterken van de dijk”, zegt hij. “En in tegenstelling tot een asfaltdijk hoef je bij een volgende dijkversterking een kleidijk niet af te breken en geen afval af te voeren. Met het opbrengen van extra klei kan een groene dijk eenvoudig worden verhoogd. In het licht van de versneld stijgende zeespiegel een ­prettige bijkomstigheid.” Bijvoet stelt dat door deze manier van werken tevens minder beslag wordt gelegd op steeds ­schaarser ­wordende grondstoffen. “In dit geval wordt klei betrokken uit drie bronnen, met steeds een gunstig bijeffect. De Eems Dollard wordt dus schoner. Daarnaast hebben we een volgeslibte getijdenpolder kunnen uitbaggeren en is een plas gegraven en een broedeiland voor kluten aangelegd. Je kunt met dergelijke ingrepen dus veel meer bereiken.” Beiden zien bovendien ­kansen om de Brede Groene Dijk ook elders in ons land toe te passen. Van Norel: “Ik denk dan met name aan gebieden achter kwelders. Dat betreft hele stukken achter de ­Waddenzeekust en de Zeeuwse delta. En om zo weinig mogelijk met grond te ­slepen, zou je baggerslib dan bij voorkeur lokaal moeten verwerken.”

De locatie Brede Groene Dijk met kleirijperij op de kwelder. Beeld: Waterschap Hunze en Aa's.
De locatie Brede Groene Dijk met kleirijperij op de kwelder. Beeld: Waterschap Hunze en Aa’s.

Grote toekomst

Uiteindelijk is het de bedoeling dat de hele dijk langs de Dollard – 12,5 kilometer in totaal – versterkt wordt met behulp van zeeslib. “Het huurcontract van de grond voor de huidige rijperij loopt af, dus we gaan op zoek naar ruimte om klei te laten rijpen. Inmiddels zijn gesprekken gaande met eigenaren van landbouwgrond, die dicht bij de kust percelen in gebruik ­hebben. Ook verkennen we of boeren in plaats van graan een periode klei willen verbouwen. Om dat interessant te maken, zal er vanuit Eems Dollard 2050 wel geld bij moeten. Zij raken zo natuurlijk ook op een mooie manier hun slib kwijt”, zegt Van Norel. Bijvoet ziet een grote toekomst voor dit type dijkversterking. “Het duurzame aspect nemen we steeds mee in de manier van projecten uitvoeren. Dit is daar een schoolvoorbeeld van. Parallel daaraan willen we lokale toepassing van grondstoffen stimuleren. Dit is een van de eerste keren dat dit goed gelukt is. Dat gaan we ongetwijfeld bij meer projecten zien”, zegt hij. “In vervolgonderzoek willen we komen tot een simpele manier van bemonsteren om snel de kwaliteit klei te bepalen en achterhalen hoe dik zo’n kleilaag dan moet zijn voor gebruik op een dijk.” Van Norel sluit zich hierbij aan. “Soms proef ik wat koudwatervrees omdat het materiaal niet voldoet aan de normen, maar wij hebben aangetoond dat het kan qua waterveiligheid.”

Longreads zijn artikelen uit het magazine die wekelijks geplaatst worden op OTAR.nl