Impressie van de nieuwe kades in de Prinses Amaliahaven (illustratie: Port of Rotterdam).

Havenbedrijf Rotterdam heeft de aanleg van zo’n 2,4 kilometer aan kades en grondkeringen in de Prinses Amaliahaven op Maasvlakte II gegund aan het bouwconsortium van het Duitse HOCHTIEF en de Nederlandse bedrijven Ballast Nedam en Van Oord. Dankzij het project van circa 170 miljoen euro kan de jaarlijkse overslag met vier miljoen standaardcontainers (TEU) toenemen.

“Vooral door e-commerce zien we de containervolumes stevig toenemen”, licht Boudewijn Siemons, chief operating officer van het Havenbedrijf Rotterdam toe. “Dat zal voorlopig aanhouden. Om onze leidende positie als Europa’s grootste containerhaven verder te versterken, anticiperen we daar juist nu op door te investeren in de verdere uitbouw van de Prinses Amaliahaven. Daarmee versterken we zowel de concurrentiepositie van onze klanten als die van Rotterdam.” De potentiële extra stroom aan containers van 4 miljoen TEU betekent een capaciteitsstijging van ongeveer 28 procent ten opzichte van het jaartotaal van 2020.

Openbare wachtplaats
In de Prinses Amaliahaven zijn containerterminals APM Terminals en RWG actief met respectievelijk 1500 en 1700 meter kade. De aanleg van nieuwe diepzee- en binnenvaartkades stelt deze bedrijven in staat om op termijn de overige terreinen rond deze haven verder te ontwikkelen. Beide terminaloperators hebben hier al opties voor getekend. Ook de realisatie van 160 meter aan wachtplaats voor algemeen gebruik door binnenvaartschepen is onderdeel van het project.

De nieuwbouw komt aan weerszijden van de ongeveer 2,5 kilometer lange haven. In totaal gaat het om 1825 meter diepzeekade, 160 meter binnenvaartkade en 360 meter aan grondkeringen. Daarmee wordt – op 725 meter na – het gehele in 2015 in gebruik genomen havenbekken ingekaderd. De eerste 500 meter kademuur zal naar verwachting eind 2022 worden opgeleverd. Uiterlijk anderhalf jaar later is het laatste deel van het project gereed.

Duurzame en efficiënte werkwijze
Het consortium zegt dat het nadrukkelijk op de duurzaamheid heeft gelet. Ronald de Geus, managing director Ballast Nedam Infra Projects: “Door vanuit verschillende disciplines en samen met ketenpartners naar het project te kijken, zijn diverse oplossingen uitgewerkt om zo tot de meest duurzame en efficiënte werkwijze te komen. We beperken bijvoorbeeld de hinder voor de omgeving door bouwmaterialen grotendeels over het water aan te voeren. Zo zorgen we ervoor dat de operationele processen van de containerterminals tijdens de uitvoering van het project altijd door kunnen gaan.”

Lagere uitstoot van schadelijke emissies
Mark van der Hoeven, directeur Nederland bij Van Oord, vult aan: “‘Speciale aandacht geven we aan het verminderen van emissies tijdens de uitvoering. Zo gebruiken we Hydrotreated Vegetable Oil (HVO). Dit brandstoftype heeft een CO2-reductie van 89 procent ten opzichte van diesel en kent een lagere uitstoot van emissies zoals fijnstof, stikstof en zwavel. Door het inzetten van materieel op HVO en elektrisch bouwmaterieel, sluiten wij volledig aan bij de ambities van het Havenbedrijf om de schadelijke uitstoot fors te reduceren.”

Achterkraanbaan
Naast het aanleggen van de kades met een kerende hoogte van 29 meter, bestaat het werk ook uit het vrij baggeren van de kades tot een ruime 20 meter onder NAP. Daarnaast wordt over een lengte van ongeveer 1,8 kilometer een op palen gefundeerde achterkraanbaan aangelegd, waar de achterste poten van de toekomstige containerkranen over komen te rijden.

Kunstmatige riffen voor biodiversiteit
De kades worden state-of-the-art uitgevoerd. Zo worden ze bijvoorbeeld uitgerust met een uitgebreid pakket aan sensoren om krachten en eventuele vervormingen te monitoren. Bovendien worden op twee locaties zogenoemde ECOncrete blokken aangebracht. Deze fungeren als kunstmatige riffen om de biodiversiteit onder water te stimuleren.