Station Almere Centrum
Station Almere Centrum

Als alles volgens plan verloopt laat Arriva per 15 maart een nachttrein rijden in het weekend tussen Zwolle en Schiphol. De vervoerder heeft daarover een akkoord bereikt met de tussenliggende gemeenten Almere en Lelystad. Juridisch is het project een experiment; eerder was het ministerie van IenW van mening dat deze constructie onmogelijk was. De gemeenten en Arriva hebben een andere interpretatie van de Europese regels over openbaar personenvervoer.

Almere en Lelystad staan te springen om een nachttrein; de beide Flevolandse steden zijn sterk op Amsterdam geöriënteerd en zijn ’s nachts tot dusver maar mondjesmaat bereikbaar met ov. In oktober 2023 hing een overeenkomst tussen NS en gemeente Almere in de lucht over een nachtverbinding, waarbij nadrukkelijk ook gestreefd werd naar het doortrekken van de lijn tot Lelystad. De gemeenten betalen daarvoor dan aan NS; voor Almere ging het op dat moment om € 93.000 per jaar. De Almeerse gemeenteraad ging daarmee akkoord in februari vorig jaar. De nachtverbinding zou worden opgenomen in de NS-dienstregeling per 2025.

Beroep op Open toegang tot het spoor

Het NS-aanbod was gebaseerd op de Concessie voor het Hoofdrailnet 2025-2033 die aan NS is gegund door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Vanwege die concessie waren geen andere offertes gevraagd. NS-concurrent Arriva nam daar geen genoegen mee, en beriep zich in maart op ‘open toegang tot het spoor’. Arriva voegde de daad bij het woord door een offerte neer te leggen om een nachttrein Zwolle – Lelystad Centrum – Almere Centrum – Amsterdam CS – Schiphol v.v. in exploitatie te nemen; 1x per nacht op vrijdag en zaterdag. Almere en Lelystad betalen dan ieder een voorschot van € 100.000, maar zij ontvangen een restitutie op basis van het aantal reizigers dat in hun stad opstapt.

Juridische verwarring

De interventie van Arriva leidde tot verwarring over de status van de Concessie voor het Hoofdrailnet, en met name over de ruimte die er is om de open toegang tot het spoornet invulling te geven met subsidies. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) was de mening toegedaan dat het niet is toegestaan dat overheden bij open toegang een bijdrage betalen. Volgens IenW waren er dus twee opties: NS rijdt de trein tegen een overeengekomen bijdrage van gemeenten, of Arriva rijdt de trein gratis.

Arriva dacht daar anders over, en werd in zijn interpretatie van de Europese PSO-verordening over openbaar personenvervoer gesteund door onafhankelijke juristen. De Nederlandse Autoriteit Consument en Markt (ACM) verklaarde zichzelf niet de aangewezen partij om uitsluitsel te geven over het meningsverschil; dat vond de ‘marktmeester’ een taak van de rechter. De juridische afdelingen van de gemeenten Almere en Lelystad bogen zich over de kwestie en kwamen tot de slotsom dat Arriva gelijk had. Daarmee was de weg wat hen betreft open om met de tweede aanbieder te onderhandelen.

Overeenkomst

Die onderhandeling heeft dus tot een overeenkomst geleid voor een nachttrein Zwolle – Schiphol in de weekends, per 15 maart a.s. Een praktische complicatie is dat de stations van Almere en Lelystad (nog) niet zijn ingericht op andere vervoerders dan NS, zodat reizigers een toegangsbewijs moeten kopen de Arriva-app. Daar staat tegenover dat het tarief van Arriva voordeliger is dan dat van NS. Reizigersorganisatie Rover toont zich tevreden met de deal; uiteindelijk

Kan NS de lijn nog dwarsbomen?

De houdbaarheid van de overeenkomst met Arriva is geen juridische zekerheid; de voorgeschiedenis van dit project toont immers dat er ruimte is voor interpretarieverschillen van de regelgeving terzake. “We denken dat de Arriva-constructie mag. Het is juridisch onontgonnen gebied, maar in Almere zijn we wel vaker aan het pionieren”, aldus de Almeerse wethouder Mos op 23 januari in de Volkskrant.
NS betwijfelt nog altijd of de constructie die hier gekozen is juridisch houdbaar is. De vervoerder heeft aangekondigd met het ministerie van IenW in overleg te gaan en daarna te besluiten of hij in bezwaar gaat. Vooralsnog lijkt de trein te gaan rijden, maar het is dus onzeker of en hoe deze nieuwe strategische zet in het schaakspel tussen de concurrentie en NS een antwoord krijgt.