Veerboot Oerd op weg naar Ameland

Minister Madlener (Infrastructuur en Waterstaat) start een officiële MIRT-verkenning naar een toekomstbestendig bereikbaar Ameland.

 

Levensader

Voor vervoer van en naar het vasteland is Ameland volledig afhankelijk van de huidige vaarverbinding vanuit Holwert naar het Waddeneiland. Naast bewoners en ondernemers is de vaarverbinding ook voor honderdduizenden toeristen per jaar van belang.

Deze belangrijke vaargeul wordt echter steeds ondieper, waardoor deze momenteel dagelijks gebaggerd wordt. De verwachting is echter dat dit dagelijks baggeren op de lange termijn niet houdbaar is, waardoor er naar een andere oplossing gezocht moet worden.

Minister Madlener: "Er kan geen twijfel over bestaan hoe belangrijk het is om tot een duurzame oplossing te komen voor de vaarverbinding tussen het vasteland en Ameland. Het is de levensader voor de inwoners daar. Met dit besluit wil ik de bewoners het vertrouwen geven dat IenW het eiland ook in de toekomst bereikbaar zal houden."

Burgemeester Leo Pieter Stoel van de gemeente Ameland reageert opgelucht, zo laat hij aan Omrop Fryslân weten. Ook Ameland zoekt een oplossing waarbij dagelijks baggeren niet meer nodig is: "Wij zoeken naar oplossingen waarbij er veel minder gebaggerd kan worden, bijvoorbeeld doordat je gebruikmaakt van natuurlijke geulen die van nature beter op diepte blijven."

 

Twee hoofdopties

Het ministerie van IenW kijkt met name naar twee hoofdopties:

  1. Het optimaliseren van de huidige situatie vanuit Holwert
  2. Het verplaatsten van de veerdam vanuit Holwert naar Ferwert

Het ministerie zegt toe niet alleen te kijken naar de effecten op bereikbaarheid, maar ook de effecten op onder andere natuur, veiligheid, economie, leefbaarheid en leefomgeving mee te wegen.

IenW zal een onafhankelijke commissie van deskundigen instellen die alle relevante informatie in kaart brengt en op basis van die informatie een advies gaat geven over de vaargeulproblematiek en de oplossingsrichtingen.

 

Eind 2026 kiezen

Het streven is om uit de verkenning eind 2025 een eerste schifting te maken van alle bedachte oplossingen naar een kleiner aantal kansrijke oplossingen. Eind 2026 moet er dan een voorkeursoplossing worden geselecteerd. Voor deze verkenning is vanuit het Mobiliteitsfonds € 250 miljoen gereserveerd.