beek

Het dagelijks bestuur van het Waterschap Limburg heeft gronden langs de Geleenbeek terecht aangewezen als inundatiegebied. Dat heeft de Rechtbank Limburg in Roermond beslist op het beroep dat enkele grondeigenaren hadden ingesteld.

Waterschap Limburg heeft de Legger en de Waterschapsverordening gewijzigd vastgesteld. Daarbij zijn gronden aangewezen als inundatiegebied, zodat er ruimte beschikbaar is het opvangen van overtollig water om overlast in stedelijk gebied te voorkomen. De aanwijzing is gebaseerd op een voorspelling door een computermodel dat die gebieden bij extreme buien, die gemiddeld één keer per 100 jaar voorkomen, onder water komen te staan.

Het belang van maximale waterberging en het belang van het behouden van natuurlijke inundatieruimte wordt volgens het waterschap door de klimaatverandering steeds groter. Daarom zijn in de regelgeving beperkingen opgelegd aan bebouwing en ophoging van gronden die als inundatiegebied zijn aangewezen. Deze gebieden mogen niet zonder vergunning worden gebruikt voor (nieuwe) bouwwerken of andere doelen die ten koste gaan van  de ruimte voor het water.

Eigenaren in beroep tegen aanwijzing

Enkele eigenaren/gebruikers van gronden langs de Geleenbeek stelden beroep in tegen die aanwijzing. Zij voerden aan dat hun grond in waarde vermindert door de opgelegde gebruiksbeperkingen. Ook vrezen zij dat het waterschap nu minder moeite zal gaan doen om te voorkomen dat hun grond onder water komt te staan. Daarnaast vinden zij het onredelijk en in strijd met het eigendomsrecht dat zij hun grond nu niet meer zonder vergunning zelf tegen hoog water kunnen beschermen door ophoging en/of bebouwing.

Uitspraak rechtbank

De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard. De aanwijzing is gebaseerd op een feitelijke vaststelling dat de gronden bij extreme regenval onder water zullen komen te staan, zo luidt de overweging van de rechter. Die stelde wel dat de zorgplicht van het waterschap om ook bij eisers wateroverlast te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken, blijft zoals hij was. Anders dan retentiegebieden zijn inundatiegebieden geen gronden die het waterschap bij hoog water bewust onder laat lopen.

Er gaat een vergunningplicht gelden voor activiteiten die het waterbergend vermogen van het gebied (kunnen) verminderen. Tegen het weigeren van een dergelijke vergunning (of het verlenen ervan onder beperkende voorwaarden) kunnen eisers beroep instellen bij de bestuursrechter. Ook heeft het waterschap een schadevergoedingsregeling waarop eisers een beroep kunnen doen wanneer zij schade lijden.

De rechtbank is tevens van oordeel dat verweerder goed heeft onderbouwd dat de aanwijzing geschikt en noodzakelijk is. De rechter oordeelt daarom dat het waterschap het algemeen belang van een beschikbaar inundatiegebied zwaarder mag laten wegen da het individuele belang van de grondeigenaars. Daarmee was hun beroep verworpen.