![Het uithijsen van een cilinder uit een van de bewegingswerken van de Oosterscheldekering voor onderhoud, 2023 | Foto Hollandia Services uithijsen cilinder uit bewegingswerk Oosterscheldekering](https://www.otar.nl/wp-content/uploads/2024/06/D0045403L0017976P001_OSKUithijsencilinderinbewegingswerkfotoHollandiawebexp21024-696x444.jpg)
De productiecapaciteit van Rijkswaterstaat en de markt schiet tekort om de noodzakelijke plannen voor instandhouding en vernieuwing van de landelijk beheerde infrastructuur te kunnen uitvoeren. Die conclusie over het beheer van het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem deelt minister Harbers met de Kamer in zijn waarschijnlijk laatste schriftelijke rapportage over over de voortgang van de renovatieopgave.
De minister van IenW heeft twee recente onderzoeksrapporten meegestuurd met zijn brief aan de Kamer. Het eerste, ‘Validatie budgetbehoefte RWS-Netwerken – Analyserapport’ van onderzoeksbureau Rebel Group, analyseert de capaciteit in relatie tot de beschikbare middelen. Het tweede rapport, ‘Instandhouding voorop!’ is opgeleverd door de onafhankelijke adviesgroep ‘Ontwikkeling en instandhouding van infrastructuur in beheer bij IenW’ (hierna ‘adviesgroep’ genoemd). Die rapportage doet aanbevelingen om die capaciteit maximaal te benutten en de renovatiepopgave beheersbaar te houden.
Productiecapaciteit
De inzetbare capaciteit is vanzelfsprekend sterk verweven met de beschikbare middelen. Op dit moment is het productievolume dat Rijkswaterstaat (RWS) en aannemers doen aan de renovatieopgave circa twee miljard euro per jaar. Dat is te weinig; IenW streeft naar drie miljard euro per jaar voor de instandhouding van de Rijkswaterstaat-netwerken in de periode tot 2030. Harbers roept de Kamer op om, totdat dit niveau bereikt is, terughoudend te zijn met nieuwe aanvullende beleidsmatige wensen. Het rapport ‘Instandhouding voorop!’ ondersteunt die wens.
Er zijn echter meer capaciteitszorgen dan het financiële vraagstuk. Dat wordt duidelijk in het Rebel-rapport, dat een validatie bevat van het Basis Kwaliteitsniveau (BKN) dat RWS implementeert in zijn assetmanagement. Het BKN geeft aan waar een weg, vaarweg of waterwerk in de basis aan moet voldoen om gebruikers en belanghebbenden goed te kunnen blijven bedienen en vormt de basis van de instandhoudingsopgave. Hiermee wordt voor het hele land een toekomstvast fundament gelegd, krijgen gebruikers en marktpartijen die betrokken zijn bij instandhouding zekerheid en blijven de netwerken ook in de toekomst betaalbaar en betrouwbaar.
Het rapport laat zien dat ‘maakbaarheid’, een resultante van geld en beschikbare organisatie- en menselijke capaciteit, begrensd is Met andere woorden: er is een moment waarop ‘meer geld’ niet meer leidt tot grotere maakbaarheid, simpelweg omdat de uitvoeringsorganisatie het extra budget dan niet kan omzetten in extra productie.
Eruit halen wat erin zit
Het rapport ‘Instandhouding voorop!’ telt een tiental adviezen om de maakbaarheid te optimaliseren binnen die mogelijkheden van de uitvoeringsketen van politiek, beleid, uitvoeringsorganisaties en marktpartijen. ‘Eruit halen wat erin zit’ om de productie in de bouw en infra zo ver mogelijk te vergroten dus. Daar is al stevig op ingezet de laatste jaren, onder meer met vernieuwende aanpak als tweefasencontracten en langdurige onderhoudscontracten. De adviesgroep die het rapport opstelde ziet nog verbetermogelijkheden door de hele keten en komt tot een zevental samenhangende adviezen.
- IenW moet prioriteit geven aan de instandhouding van de bestaande infrastructuur.
- De ketenpartners moeten een visie opstellen die uiting geeft aan de urgentie.
- Verder is een stabiel meerjarenplan instandhouding nodig waarbij Rijkswaterstaat ook de middelen krijgt om dit plan uit te voeren.
- Onderdeel van het plan is meer projectoverstijgend werken, waarbij zowel bij opdrachtgevers als opdrachtnemers dealflow wordt gegenereerd door het vastleggen van portfolio’s met werkzaamheden die door repetitie en standaardisatie efficiënt en effectief kunnen worden uitgevoerd.
- Ten vijfde dient gezorgd te worden voor een langjarige balans tussen de instandhoudingsbehoefte, het productievermogen van de keten en de beschikbare budgetten.
- Zowel kortetermijnoplossingen om het zicht op het areaal te verbeteren, als de ontwikkeling van assetmanagementsystemen op operationeel niveau zijn hiervoor nodig.
- De commissie adviseert om het productievermogen van de keten te verhogen door vermindering van het aantal schakels in de keten en het aantal interne kaders, controles en audits te verminderen.
De adviesgroep benadrukt dat de instandhoudingsopgave met de grootst mogelijke urgentie en prioriteit moet worden opgepakt. Anders lopen achterstanden verder op en kan later alleen nog met rigoureuze maatregelen en tegen enorme kosten worden ingegrepen.