Het Bouwberaad – een platform van partijen in de sectoren ontwerp, bouw en techniek – luidt de alarmbel. Het platform wil een structurele aanpak van de Nederlandse infrastructuur. Het vooruitschuiven van de vernieuwing leidt volgens de elf leden tot steeds meer incidenten en ongeplande afsluitingen.
In het Bouwberaad zijn elf aan de bouw gerelateerde partijen vertegenwoordigd: Aedes, Bouwend Nederland, NLingenieurs, Nederlandse Vereniging Toeleverende Bouwmaterialenindustrie, NEPROM, Techniek Nederland, TKI Bouw en Techniek, TKI Urban Energy, TNO, VNG en WoningbouwersNL. In een position paper doen de partijen een duidelijke oproep aan het kabinet: ‘Grootschalige vernieuwing van de infrastructuur is noodzakelijk. Schuif de problematiek niet langer voor je uit. Er is een structurele aanpak van onze infrastructuur nodig. Doorschuiven leidt tot steeds meer problemen. Daardoor dreigt succesvolle uitvoering van verschillende ruimtelijke opgaven onmogelijk te worden.’ De infrastructuur moet op orde zijn om nieuwe huizen te kunnen bouwen, energievoorzieningen aan te kunnen leggen en dijken klimaatbestendig te maken, stelt het Bouwberaad.
Uitvoeringsprogramma
Aanleiding voor de oproep is het TNO rapport ‘Vernieuwingsopgave infrastructuur’ van oktober 2023. Carla Moonen, voorzitter van Koninklijke NLingenieurs, overhandigde het position paper op 29 februari aan demissionair minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. Moonen: “Een planmatig en gebiedsgericht uitvoeringsprogramma met meer financiële middelen is noodzakelijk om Nederland bereikbaar en veilig te houden. Het gaat om 2,4 miljard per jaar tot 2030. Dit geldt voor een deel van de infrastructuur. Denk daarbij aan wegen, bruggen, viaducten en riolering.”
‘Onvoldoende zicht op staat infra-areaal’
Er is volgens het Bouwberaad in de afgelopen decennia te weinig geld uitgetrokken voor de instandhouding van onze infrastructuur, zowel op rijksniveau als bij decentrale overheden. In het position paper schrijven de partijen dat ‘de stabiliteit’ van de gelden die beschikbaar zijn gesteld niet groot genoeg is en dat financiering overal verschillend is georganiseerd. Bovendien wordt onderhoud of renovatie van infra in tijden van bezuinigingen regelmatig uitgesteld. Verder schrijft het Bouwberaad: ‘Ook is de efficiënte inzet van de mensen in de sector en toepassing van nieuwe productietechnologie, om met beperkte menskracht uiteindelijk een veel grotere opgave te realiseren, een punt van aandacht. Ten slotte is er onvoldoende inzicht bij beheerders in de werkelijke staat van hun areaal, waardoor sturing en langjarige planning lastig is. Dit alles bij elkaar opgeteld is de reden dat we nu met een enorme vernieuwingsopgave te maken hebben.’
Meer belemmeringen
Het doorschuiven van de vernieuwing van onze infrastructuur leidt volgens het Bouwberaad tot steeds meer incidenten, afsluitingen en beperkingen. ‘De belemmeringen zullen meer en meer toenemen. En omdat we niet onbeperkt delen van onze infrastructuur (tijdelijk) buiten dienst kunnen stellen om de noodzakelijke herstelwerkzaamheden uit te voeren, dreigt de piek uiteindelijk zo groot te worden dat de uitvoering van de opgave onmogelijk wordt’, schrijven de partijen in het position paper.
Oproep aan het kabinet
Het Bouwberaad roept het kabinet daarom op om:
• De vernieuwing van de Nederlandse infrastructuur hoog op de politieke agenda te zetten.
• Structureel meer geld voor instandhouding en renovatie van infrastructuur beschikbaar te stellen op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau.
• Te accepteren dat herstel van de infrastructuur voor hinder en overlast zal zorgen en te zorgen voor maatschappelijk draagvlak hiervoor.
• Een basiskwaliteitsniveau voor infra-objecten vast te stellen en de regie te nemen bij het opzetten van een langjarig programma voor uitvoering van deze opgave.
Tempoversnelling
Als tegenprestatie beloven de partijen in het Bouwberaad zich dan samen met de overheid in te zullen zetten om de vernieuwingsopgave van de infrastructuur van Nederland te versnellen: ‘Om het tempo van de vernieuwingsopgave omhoog te krijgen, zullen we de efficiëntie van de inzet van kennis, mensen en materialen omhoog moeten brengen. Daar hebben we zelf een belangrijke verantwoordelijkheid in. Wanneer het Rijk de genoemde randvoorwaarden stelt en inregelt, zal de sector van haar kant zich in gezamenlijkheid inzetten voor deze opgave’, schrijven ze in het position paper.
Uitvoering, platform en onderzoek
De partijen denken daarbij aan de invulling van een planmatig gebiedsgericht meerjarig uitvoeringsprogramma onder regie van het Rijk. En aan een pré-concurrentieel platform van opdrachtgevers en opdrachtnemers van waaruit effectieve en efficiënte uitvoering van de vernieuwingsopgave georganiseerd kan worden, gezamenlijke leerervaringen opgedaan kunnen worden en kennis, mensen en materialen duurzaam ingezet kunnen worden. Bovendien kan worden ingezet op een gezamenlijk onderzoeksprogramma met markt, kennisinstellingen en verantwoordelijke overheden waarin de werkelijke functionele en technische levensduur van objecten wordt onderzocht en mogelijkheden voor verlaging van de kosten van de opgave in beeld kunnen worden gebracht.