De begroting voor 2024 van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) weerspiegelt de problemen van kostenstijgingen en de daarmee gepaard gaande tekorten op grote projecten. De bewindslieden Harbers en Heijnen hebben niet heel veel te kiezen: zij geven prioriteit aan de onderhouds- en renovatieopgave voor de infrastructuur.
Hoogtepunten uit het Prinsjesdagnieuws zijn voorts dat er nog (weliswaar beperkte) investeringsruimte is voor duurzaamheidsinitiatieven en dat het doortrekken van de Amsterdamse Noord/Zuid-metrolijn on hold is gezet, waar de plannen voor de Lelylijn wél voortkunnen.
De focus op onderhoud en renovatie is een logische, en deels ook noodgedwongen keuze, ingegeven door beperkte ruimte in financiële en stikstofbudgetten. De 17 bouwprojecten uit het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) die in juni j.l. 2023 in de ijskast verdwenen, blijven daar vooralsnog. De budgetten die daarvoor waren gereserveerd (€ 4 miljard) worden ingezet voor groot onderhoud. In 2024 krijgen bijvoorbeeld de Heinenoordtunnel, de IJsselbruggen en het spoor bij Amsterdam, Leeuwarden en Kijfhoek een opknapbeurt. Het ministerie benadrukt dat het de gepauzeerde MIRT-projecten weer opstart zodra daar weer ruimte voor is.
IenW-begroting 2024
De begroting 2024 van IenW beloopt in totaal bijna €15 miljard. Het grootste deel daarvan, €10 miljard, gaat naar wegen, het spoor en de vaarwegen. Bijna de helft van dat bedrag, €4,6 miljard, is voor onderhoud en renovatie. De andere prioriteit is het faciliteren van woningbouw om de wooncrisis het hoofd te bieden. Bouw van nieuwe infrastructuur vindt nog wél plaats om bij te bouwen woonwijken te ontsluiten. Voor onderhoud en klimaatadaptatie van waterwerken is €1,7 miljard opgenomen in de begroting voor volgend jaar.
Financiële opgave
Alle ministeries hebben een ‘financiële opgave’, een eufemisme voor bezuinigingstaak. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat zegt tot 2036 in totaal twee miljard euro te moeten bezuinigen op het Mobiliteitsfonds. Daarin zitten investeringsplannen voor wegen, spoor-, en vaarwegen. Dat komt neer op 150 miljoen euro per jaar. In de afweging hoe die opgave in te vullen, hebben Minister Harbers en staatssecretaris Heijnen naast beheer- en onderhoud gekozen voor het afmaken van lopende projecten, ontsluiting van woningbouwlocaties en de reservering van €4 miljoen voor onderzoek ten behoeve van de Lelylijn. Dat is de geplande spoorlijn van Lelystad naar Groningen via Noordoostpolder en Friesland. De Lelylijn is onderdeel van een projectvoorstel aan de EU, waarmee wordt gehoopt op geld uit een Europees fonds voor vervoersnetwerken.
De reservering voor het doortrekken van de OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer, beter bekend als het doortrekken van de Noord/Zuidlijn is echter vooralsnog grotendeels gesneuveld. Aan de onderzoeken in de Verkenningsfase van dat project wordt wel doorgewerkt, op weg naar een voorkeursbeslissing in 2025.
Duurzaamheidsinvesteringen
Er blijft op beperkte schaal investeringsruimte voor duurzaamheidsinitiatieven. IenW trekt €40 miljoen extra uit om walstroompunten voor schepen aan te leggen en bijna €30 miljoen voor meer en slimmere laadpalen, zowel voor vrachtwagens als voor personenauto’s. Daarnaast is € 33 miljoen naar voren gehaald om ondernemers te faciliteren die willen overstappen naar schone bouwmachines of elektrische vrachtwagens. Deze ingreep is het gevolg van de populariteit van dergelijke subsidieregelingen in het afgelopen jaar.
In de verbetering van de waterkwaliteit investeert het ministerie in het komend jaar € 211 miljoen. Samen met het ministerie van LNV moet een stevig pakket aan maatregelen worden genomen om de achterblijvende waterkwaliteit op de Europese norm te krijgen.
Tot slot is een bedrag van €82,4 miljoen opgenomen op de IenW-begroting om de circulaire economie vorm te geven. Doel is steeds meer materialen aan het eind van hun levensduur een tweede leven te geven, op weg naar een volledig circulaire economie in 2050.