De TU Delft heeft een rapport gepubliceerd waarin het vier verschillende scenario’s schetst voor het Nederlandse mobiliteitssysteem in 20250.
Het rapport, genaamd Mobility Futures – Four scenarios for the Dutch mobility system in 2050, is bedoeld voor beleidsmakers, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Aan de hand van de scenario’s kunnen zij betere, toekomstbestendige keuzes maken.
Het mobiliteitsrapport is opgesteld door een multidisciplinair team van TUD-onderzoekser, die zichzelf The Mobilisers noemen. De gedachte achter het rapport is dat het ontwikkelen van een beter mobiliteitssysteem een ingewikkelde kwestie is, omdat er veel grote maatschappelijke uitdagingen aan zijn verbonden, zoals klimaatverandering, urbanisatie, veranderende demografieën en ongelijkheid. Probeer je een van deze aspecten te verbeteren, dan is het goed mogelijk dat een of meer van de andere aspecten negatief worden beïnvloed en dat er nieuwe uitdagingen ontstaan.
De vier scenario’s die The Mobilisers hebben opgesteld zijn:
- Innovation Fast Track – The market knows best;
- Hyperconnected Systems – Teamwork makes the dream work;
- Sustainable Slowdown – Better safe than sorry;
- Mobility Patchwork – Business as usual.
Scenario 1
In 2050 is Nederland een hub van snelle, markt gedreven, technologische ontwikkelingen. Technologische innovatie wordt door een groot deel van de bevolking gezien als essentieel voor economische groei, maar dat leidt ook tot meer sociale ongelijkheid. De overheid hanteert een laissez-faire aanpak, waardoor de vrije markt innovatie met minimale interventie stimuleert. Dit bevordert een cultuur waarin startups en grote techbedrijven floreren. Deze houding leidt er echter ook toe dat er met een meer commerciële blik naar het OV wordt gekeken, waardoor dit ongelijk verdeeld is over het land; er wordt meer geïnvesteerd in het OV op die plaatsen waar het meer winst oplevert.
De grote mate van connectiviteit en het gemak van autonome voertuigen veranderen leef- en werkpatronen, wat resulteert in suburbanisatie en de opkomst van lokale centra rond doorvoerhubs. Welvarende burgers gaan groter wonen en trekken meer en meer uit de binnensteden.
Deze binnensteden transformeren in levendige, gemengde ruimtes die prioriteit geven aan voetgangers, fietsers, lichte elektrische voertuigen en gedeeld vervoer. De leefbaarheid wordt echter negatief beïnvloed door de sterk toenemende mobiliteitsdruk en het gebrek aan interoperabiliteit tussen aanbieders van gedeelde mobiliteit.
Scenario 2
In 20250 floreert Nederland dankzij een synergie van technologisch enthousiasme en proactieve overheidsinterventie. De samenleving omarmt nieuwe technologieën, waarbij de overheid een sleutelrol speelt in het sturen van deze vooruitgang. Er wordt massaal geïnvesteerd in duurzame infrastructuur, efficiënt transport en slimme verkeersbeheersystemen, ondersteund door een geïntegreerde stedelijke planning. Beleidsmaatregelen leggen de nadruk op verantwoord ondernemerschap, duurzaamheid en maatschappelijk welzijn.
Technologische innovatie wordt gezien al een effectieve manier om de maatschappelijke uitdagingen aan te pakken, waarbij overheidsfinanciering vaak als noodzaak wordt gezien. De overheid heeft een heldere visie op hoe technologie maatschappelijke vraagstukken kan oplossen en begeleidt haar ontwikkeling via beleidsmaatregelen en regelgeving. Bedrijven werken zowel verticaal als horizontaal samen binnen deze regels, wat vertrouwen in experts en regelgevers bevordert en voortgang binnen sociale en planetaire grenzen waarborgt.
Scenario 3
De Nederlandse overheid speelt een centrale rol in het begeleiden van maatschappelijke veranderingen met beleid dat prioriteit geeft aan milieubescherming, welzijn van de gemeenschap en sociale gelijkheid. Sociale innovatie en gedragsverandering zijn essentieel voor het aanpakken van maatschappelijke uitdagingen, terwijl nieuwe technologieën op een doordachte manier worden ingevoerd, met een focus op bewezen oplossingen en grondige beoordelingen van mogelijke gevolgen. Stedelijke planning richt zich op het creëren van leefbare gemeenschappen gebaseerd op nabijheid, volgens de principes van polycentrische ontwikkeling en de 15-minuten-stad. Actieve manieren van vervoer, zoals lopen en fietsen worden sterk gepromoot, ondersteund door uitgebreide autovrije zones en groene ruimtes. OV wordt zwaar gesubsidieerd, maar de samenhang ervan heeft last van arbeidstekorten. De overheid werkt met private partijen samen, maar stelt duidelijke grenzen om ervoor te zorgen dat ontwikkelingen positief bijdragen aan de samenleving.
Scenario 4
In 2050 kent Nederland een gefragmenteerd mobiliteitslandschap met minimale overheidsinterventie en een voorzichtige houding ten opzichte van nieuwe technologieën. Marktconcurrentie drijft de veranderingen zonder sterke regelgeving, wat leidt tot inconsistente en ongelijke mobiliteitsdiensten. Particuliere bedrijven domineren de sector met focus op winstgevendheid boven duurzaamheid of sociale gelijkheid. Innovatie verloopt traag door publieke scepsis en beperkte adoptie. Stedelijke gebieden kampen met congestie door niet-gecoördineerde mobiliteitsaanbieders. Het OV is ondergefinancierd en onbetrouwbaar, vooral in landelijke gebieden, waardoor persoonlijk vervoer toeneemt. Milieukwesties worden genegeerd, met veel gebruik van fossiele brandstoffen en e-brandstoffen en trage adoptie van groene technologie.
Nadenken over de toekomst
The Mobilisers benadrukken dat de scenario’s die ze schetsen geen voorspellingen zijn, noch wishful thinking, maar dat ze bedoeld zijn al hulpstuk om over de toekomst van de mobiliteit in Nederland na te denken en om overheden, bedrijven en kennisinstellingen na te laten denken over mobiliteit over de lange termijn, zodat ze beter geïnformeerde beslissingen kunnen maken.
Om dit nog verder te faciliteren, organiseert de TUD ook Future Mobility Workshops, waar geïnteresseerden zich voor aan kunnen melden.