Om de verduurzaming van de industrie te versnellen en verdere vertraging van de Delta Rhine Corridor (DRC) te voorkomen, heeft het kabinet besloten prioriteit te geven aan waterstof- en CO2-infrastructuur. Dat betekent dat de infrastructuur voor ammoniak en elektriciteit niet langer deel uitmaakt van het ontwikkelplan voor de DRC. Dat heeft Minister Hermans (Klimaat en Groene Groei) de Tweede Kamer laten weten, mede namens de ministers van I&W en V&RO.
De Delta Rhine Corridor (DRC) is een megaproject om ondergrondse infrastructuur aan te leggen vanuit de Rotterdamse haven via Moerdijk naar oost-Nederland en het Ruhrgebied in Duitsland. Het project speelt een belangrijke rol in de energietransitie om klimaatdoelen te halen en wil tevens de ontwikkeling boosten van een duurzame economie in Noordwest-Europa, met een substantiële rol voor ons land.
Het oorspronkelijke plan voor de DRC kent transportsystemen voor waterstof, ammoniak, elektriciteit (gelijkstroomkabels) en CO2 (CCS). Inmiddels is gebleken dat dat niet haalbaar is, althans niet binnen de aanvankelijke geraamde uitvoeringsduur. In plaats van 2028 als realisatiedatum, bleek in juni van dit jaar dat de waterstofleiding pas in 2032 of zelfs later gerealiseerd zou worden. De andere modaliteiten zouden nog weer later volgen. Met name elektriciteit bleek een vertragende factor. Door het project nu te strippen, zodat het zich beperkt tot waterstof en CO2, kan het verder en ontstaat er met een haalbare planning met afronding tussen 2031-2033.
Gemengde reacties
Het kabinetsbesluit geeft relatieve duidelijkheid voor alle betrokken partijen, bijvoorbeeld voor potentiële investeerders in duurzame technologie. Partijen die een belang hebben bij de vestiging van een internationale waterstofhub en een betrouwbare locatie voor CO2-opslag te vestigen, zien de nieuwe koers vanzelfsprekend als goed nieuws.
Anders ligt dat voor de belanghebbenden bij infra voor ammoniak en gelijkstroom. Zij vrezen dat de realisatie van hun infrastructuur nog verder naar achteren doorschuift nu die uit het DRC-project is gehaald. Netbeheerder TenneT schat in dat de aanleg van de gelijkstroomkabels die nodig zijn om opgewekte elektriciteit van offshore windparken naar het vasteland te transporteren nu pas vanaf 2040 kan plaatsvinden. Dit heeft gevolgen voor de tijdige beschikbaarheid van groene stroom in Nederland. Daarom wordt er met spoed naar alternatieve routes gezocht.
Ook de provincie Noord-Brabant is niet blij met de nieuwe ontwikkeling. Wanneer de elektriciteitskabels via Brabant naar Limburg niet ondergronds gerealiseerd worden, ligt een bovengrondse verbinding als alternatief voor de hand. ‘Een nieuwe route voor de elektriciteitskabels zorgt voor nog meer overlast dwars door de provincie. Dit besluit van de minister is wellicht goed nieuws voor de gebieden aan de uiteinden van de Delta Rhine Corridor (DRC), maar niet voor het veel grotere gebied daartussenin.’ Brabant roept, samen met de provincies Limburg en Zuid-Holland, het kabinet met klem op tot een bredere aanpak.
> Brief van minister Hermans aan de Kamer en bijbehorende beslisnota
. Waterstof- en CO2-infrastructuur krijgen prioriteit. Ammoniak en elektriciteit vallen uit het DRC-project.){kind=link}