Op 1 november j.l. promoveerde Teun Uijtdewilligen aan de Universiteit Twente op zijn proefschrift over verkeersveiligheid van fietsers in de vier grote steden. Het promotieonderzoek ‘Road safety of cyclists in Dutch cities’ kijkt naar de effecten van fietsintensiteiten op objectieve als subjectieve fietsveiligheid. Het komt tevens met beleidsaanbevelingen voor veilige fietsinfrastructuur.
In veel grote steden in de wereld, zeker ook in Nederland, neemt het aantal fietsers toe. Die groei zal naar verwachting nog toenemen. Tegelijkertijd raken er steeds meer fietsers betrokken bij een ernstig verkeersongeval. Voor inrichters en beheerders van de openbare ruimte is het van belang inzicht te krijgen in hoe toenemende fietsvolumes in stedelijke gebieden de objectieve en subjectieve veiligheid van fietsers beïnvloeden. Onderzocht is hoe fietsvolumes en gemotoriseerde voertuigen in de vier grootste Nederlandse steden (d.w.z. Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag) bijdragen aan het aantal ernstig gewonde en dodelijke ongevallen en de ervaren veiligheid van fietsers. Daarnaast worden ook fietsinfrastructuurtypen, snelheidslimieten, netwerkstructuur en de bebouwde omgeving beschouwd.
Objectivering van veiligheid
De dissertatie legt objectieve veiligheid vast door het aantal dodelijke en ernstige fietsongelukken met letsel (d.w.z. crashfrequentie) en de waarschijnlijkheid dat een fietsongeluk plaatsvindt (d.w.z. crashrisico) te onderzoeken in relatie tot de blootstelling aan fietsers en gemotoriseerde voertuigen (d.w.z. het aantal fietsers of voertuigen per eenheid weglengte). Omdat het blootstellingsniveau aanzienlijk varieert tussen de uren van de dag, worden blootstellingsmetingen per uur gebruikt. Subjectieve veiligheid wordt vastgelegd door de impact van drukte onder fietsers op de waargenomen veiligheid van fietsers te onderzoeken.
Uitkomsten
De resultaten laten zien dat met toenemende intensiteit van fietsverkeer op een locatie én contaminatie van fietsers en gemotoriseerd verkeer zowel het aantal fietsongelukken als het crashrisico van fietsers toeneemt. Bovendien blijken gescheiden fietspaden het veiligste type fietsinfrastructuur te zijn in termen van objectieve veiligheid, maar worden ze als minst veilig ervaren wanneer de drukte onder fietsers hoog is. Drukte heeft over het algemeen een negatief effect op de waargenomen veiligheid van fietsers, met name voor oudere fietsers en vrouwen. Ook is gebleken dat subjectieve en objectieve veiligheid correleren en dat deze relatie wordt beïnvloed door blootstelling aan fietsers en gemotoriseerde voertuigen.
Beleidsaanbevelingen
De onderzoeksresultaten leiden tot de volgende vijf beleidsaanbevelingen voor beilige fietsinfrastructuur:
- Investeer in veilige fietsinfrastructuur, met name in infrastructuur die fietsers scheidt van gemotoriseerd verkeer.
- Zorg dat investeringen in veilige fietsinfrastructuur toekomstbestendig zijn, door de inrichting grote stromen fietsers veilig te laten faciliteren.
- Verlaag de snelheidslimiet van 50 naar 30 km/uur op zorgvuldige wijze, zodat het wegontwerp past bij de snelheidslimiet en verkeersdeelnemers zich er beter aan zullen houden.
- Overweeg een 50km/uur-weg veilig in te richten met vrijliggende fietspaden in plaats van de snelheid naar 30 km/uur te verlagen voor meer fietsveiligheid.
- Overweeg om de veiligheidsbeleving van fietsers als gevolg van drukte als indicator voor de objectieve ongevalskans mee te nemen in de risicogestuurde aanpak. Ter validatie moet eerst de relatie tussen deze subjectieve onveiligheid en de objectieve ongevalskans verder onderzocht worden.
Proefschrift
> Het proefschrift Road safety of cyclists in Dutch cities is te downloaden van de SWOV-site