Zeesluis IJmuiden vanaf-het-noordzeekanaal
Zeesluis IJmuiden vanaf-het-noordzeekanaal_| Foto Gerrit Serne - Rijkswaterstaat

Wat zijn de mogelijke gevolgen van klimaatverandering op de toekomst van een grote haven als die van Amsterdam? En hoe kan Port of Amsterdam zich daartegen wapenen? Dat is het onderwerp van het onderzoek dat kennis en adviesbureau Deltares eind oktober publiceerde. De conclusies en aanbevelingen strekken veel verder dan alleen het toekomstbestendig maken van de Amsterdamse haven. Ze betreffen het waterbeheer van het hele Rijnstroomgebied.

Klimaatverandering brengt wereldwijd uitdagingen met zich mee, zoals een stijgende zeespiegel, grotere kans op hitte, droogte in de zomer en extreme buien. Tijdig inspelen op de impact hiervan is noodzakelijk om de om de haven veilig, toegankelijk en economisch gezond te houden. Port of Amsterdam (PoA) heeft een aantal interventies al doorgevoerd of in voorbereiding. Het Deltares-rapport biedt samenhangende inzichten om de haven op de lange termijn veilig en toegankelijk te houden in een veranderend klimaat, bij verschillende opwarmingsscenario’s.

Vijf klimaatgevolgen voor de Amsterdamse haven

Het rapport beschrijft vijf belangrijke klimaateffecten die de haven kunnen beïnvloeden:

  1. Beperkingen in de bereikbaarheid vanaf zee door verzilting;
  2. Beperkingen in de bereikbaarheid van het achterland door lage rivierafvoeren;
  3. Wateroverlast op hotspotlocaties;
  4. Hittestress; tropisch warme en droge dagen;
  5. Tijdelijke beperkingen op koelwaterlozingen tijdens perioden van hoge watertemperaturen.

Hoe groot de impact zal zijn, hangt vanzelfsprekend af van de snelheid waarmee het klimaat verandert. De Deltares-publicatie ‘Advies strategieën voor een klimaatbestendige haven’ vat het onderzoeksresultaat samen in adaptatiepaden, die de opeenvolging van adaptatiemaatregelen beschrijven onder lage opwarming (1.5 graden Celsius in 2085) en hoge opwarming (3.5 graden Celsius in 2085).

Maatregelen

Deltares benoemt in haar rapport een aantal maatregelen die de haven op de korte en lange termijn kan nemen. Deze maatregelen hebben betrekking op:

  • het versterken van de kennispositie op het gebied van water en klimaatadaptatie;
  • het bereikbaar houden van de haven;
  • klimaatbestendige inrichting van de haventerreinen.

Kennispositie

‘Versterking van de kennispositie van PoA’ duidt de noodzaak aan om samen met andere belanghebbenden capaciteit vrij te maken om op de hoogte te blijven en/of aan te sluiten bij bestaande kennisprogramma’s. Daarnaast adviseert Deltares om een signaalgroep te vormen die zicht houdt op de gevolgen van het veranderend klimaat op de haven van Amsterdam.

Bereikbare haven

Bij hoge opwarming en daarmee gepaard gaande langdurige droogte en zeespiegelstijging krijgt de haven van Amsterdam steeds vaker te maken met schutbeperkingen in de zomer. Beperkingen in de bereikbaarheid verminderen het vestigingsklimaat en daarmee de concurrentiepositie van de haven met als gevolg verlies van omzet. Het rapport benoemt drie strategieën om verzilting te beheersen. Op het laagste niveau (in het rapport aangeduid als ‘no regret’ gaat het om optimalisatie van sluisgebruik. Hieronder valt het werken met tijdslots, maar ook het in gebruik houden van kleinere schutsluizen, zoals de Middensluis in het complex van de Zeesluis IJmuiden. Op het tweede niveau moeten we denken aan kleinschalige systeemmaatregelen. Daaronder valt bijvoorbeeld de zoutdam die nu al gebouwd wordt in IJmuiden, een bellenscherm aan de monding van het Amsterdam Rijnkanaal (ARK), hogere minimale afvoer van het ARK en verondiepen van het IJ tot een diepgang van ongeveer 4 tot 5 meter, zodat de binnenvaart de haven nog wel kan bereiken. Op het derde niveau komen grootschalige systeemmaatregelen in beeld, variërend van het compartimenteren van het Noordzeekanaal tot een zeewaartse haven.

Inrichting haventerreinen

Klimaatadaptieve inrichting van de haventerreinen betreft maatregelen om wateroverlast en hittestress te beperken. Op het eerstgenoemde niveau gaat dat bijvoorbeeld om het verruimen van mogelijkheden voor waterberging en  groenaanplant. Dat is op te schalen naar een combinatie met rainwater harvesting en het aanleggen van een eigen drinkwaterreserve. Tenslotte doet het rapport aanbevelingen om het lozen van koelwater strikter te managen.

Transitie naar klimaatbestendig achterlandtransport

Port of Amsterdam en Deltares zijn verder ook aangesloten bij TRANS2. Dit initiatief richt zich op de transitie naar een klimaatbestendig achterlandtransport. Het doel is om meer grip op de binnenvaartlogistiek te krijgen onder een veranderend klimaat, zodat de sector beter geïnformeerd wordt. Naast Port of Amsterdam en Deltares wordt binnen TRANS2 ook samengewerkt met Marin, NPRC en de Universiteit van Rotterdam.

> De samenvatting van het rapport is te downloaden van de Deltares-site.