TNO gaat onderzoeken of microplastics uit het milieu te houden zijn door slijtafval van autobanden uit de ZOAB-laag te ‘stofzuigen’. Vooronderzoek heeft aangetoond dat ZOAB door de open structuur veel bandenresten vasthoudt.
Microplastics zijn plastic deeltjes van minder dan 5 millimeter groot. De meeste microplastics ontstaan door slijtage en veroudering van grotere plastic producten. Slijtafval van autobanden is de grootste bron van microplastics in het milieu, zo toonde een eerdere TNO-studie in 2022 aan: in Nederland komt jaarlijks naar schatting 10.000 ton bandenslijpsel terechtkomt in de omgeving.
![microplastics-vorming-per-sector-en-polymeer-type](https://www.otar.nl/wp-content/uploads/2024/09/D0050327L0017976P001_MicroplasticsvormingpersectorenpolymeertypeGrafiekTNO2022-800x450.jpg)
Microplastics worden nauwelijks afgebroken door natuurlijke processen en dwalen zodoende in steeds grotere hoeveelheden rond, niet alleen in de buitenruimte, maar ook in dieren en mensen. Ten aanzien van autobanden is het ook nog zo dat deeltjes sneller dan andere plastics in kleine partikels uit elkaar vallen, waarna ze in het grondwater terecht kunnen komen. In hetzelfde onderzoek van 2022 definieerde TNO oplossingsstrategieën waarmee een reductie van 70% microplastics in 2050 mogelijk (37% in 2030). Het ligt voor de hand om dan specifiek te kijken hoe uitspoel van autobandresten in het milieu te vermijden is.
ZOAB vergaart microplastics
TNO heeft samen met Heijmans onderzocht wat de kwaliteiten van ZOAB zijn om slijtafval van banden vast te houden. ZOAB is met zijn open structuur ontwikkeld omdat het geluidsoverlast reduceert en regenwater goed afvoert. Het vooronderzoek laat nóg een kwaliteit zien: het houdt ook veel meer banddeeltjes vast. TNO stelde vast dat de berm van een meetlocatie naast de A2 met ZOAB veel minder microplastics telt dan de berm naast een meetlocatie aan de N201.
Opzuigen
De gedachte is vervolgens: als je dat ZOAB regelmatig ‘stofzuigt’ is op die manier mogelijk uitspoelen van een grote hoeveelheid microplastics naar de omgeving van de weg te voorkomen. Onderzoeker Luke Parker stelt op de TNO-site dat ‘het cruciaal dat ZOAB tijdig wordt gereinigd, omdat het zijn opvangcapaciteit verliest zodra het verstopt raakt.’
Meer ZOAB?
In een eerste onderzoeksfase hebben de TNO-onderzoekers met een meting langs de A2 aangetoond dat in de berm naast een ZOAB-weg veel minder microplastics worden gevonden dan bij wegen zonder ZOAB, zoals de N201. In een nieuw samenwerkingsproject gaan Heijmans en TNO onderzoeken of ZOAB werkelijk de microplastic-uitstoot naar het milieu vermindert. Positieve resultaten zouden gewicht in de schaal kunnen leggen bij de materiaalkeuze bij wegdekken op bijvoorbeeld provinciale wegen.