CROW heeft deze maand ‘Staat van het openbaar vervoer 2023’ gepubliceerd. Belangrijkste bevindingen: het ov is weer nagenoeg op pre-coronaniveau en timmert goed aan de weg met innovaties op het gebied van inchecktechnologie en duurzaamheid. De provincies en vervoerregio’s zien echter ook donkere wolken.
Met de jaarrapportages ‘Staat van het openbaar vervoer’ steekt CROW de thermometer onder de oksel van het ov, om centrale en decentrale beleidsmakers een gelijkluidend beeld te geven van de kwaliteit en prestaties van het landelijke openbaar vervoer. Belangrijk, omdat goede onderlinge aansluiting van regionale vervoersnetten begint bij samenhang in beleid.
[tekst loopt door onder de afbeelding]
2023: Bijna terug bij normaal
‘Staat van het openbaar vervoer 2023′ laat zien dat het ov de coronacrisis nagenoeg achter zich heeft gelaten. Vooral de recreatieve reiziger is terug in de trein en de bus. Voor de forens is dat in iets mindere mate het geval. Er wordt structureel meer thuisgewerkt, maar ook de forens die tijdens de coronaperiode een auto heeft gekocht, lijkt moeilijk te verleiden om terug te keren naar het ov. 85% van de reizigers die in 2019 het openbaar vervoer namen, doet dat in 2023.
Klanttevredenheid
De klanten zijn tevreden en belonen het ov in 2023 met een rapportcijfer 7,8. Aspect dat duidelijk afwijkt is de waardering voor het prijsniveau. Reizigers vinden het ov (te) duur en dat drukt het rapportcijfer. Het aantal geregistreerde sociale veiligheidsincidenten daalt in 2023. Het veiligheidsgevoel van reizigers in het openbaar vervoer blijft gelijk.
In 2023 zijn innovaties beschikbaar gekomen voor reizigers. Meest in het oog springende voorbeeld is de landelijke invoering van OVPay, waardoor de reiziger met een bankpas, smartwatch of smartphone kan inchecken.
Financieel
Het Rijk merkte het ov tijdens de coronapandemie aan als vitaal proces. IenW introduceerde de Beschikbaarheidsvergoeding Openbaar Vervoer (BVOV) om weggevallen tariefinkomsten op te vangen. Die is afgebouwd; voor 2023 gold de Transitievergoeding regionale OV-concessies (TVOV). Niet alle vervoerders gebruiken deze regeling, onder meer vanwege de bepaling dat een eventueel positief resultaat in mindering komt van de subsidie.
De exploitatiebijdrage voor regionale ov-concessies loopt iets op naar 968 miljoen euro. Het aandeel overheidsbijdrage is met 36% in het regionale ov in 2023 weer op weg naar het percentage van 2019: 32%.
Aanbod
In 2023 zijn er 1.804 ov-lijnen in Nederland met een vaste dienstregeling, ongeveer evenveel als in 2022. In de loop van 2022 zijn de eerste nachtlijnen weer gaan rijden. De verwachting is dat de nachtlijnen in 2024 op meer plaatsen zullen terugkeren. Het aantal geplande dienstregelingkilometers neemt in 2023 opnieuw iets af. De voertuigen rijden ongeveer 90% van het aanbod in 2019. Het aantal dienstregelinguren is in 2023 ongeveer 2% lager dan in 2022 en ongeveer 88% van de gereden uren in 2019.
Duurzaamheid
Het wagenpark van busondernemingen vergroent, hoewel leveringsproblemen van nieuw materieel die ontwikkeling wel afremmen.De uitstroom van de meest vervuilende bussen maakt dat de milieuwaarde van het wagenpark in 2023 stijgt met 0,2 naar 6,3 op een schaal tot 10.
De totale CO2-uitstoot van de ov-bussen stijgt in 2023 met 1,3% tot ongeveer 242.000 ton. Landelijk gezien is de uitstoot in 2023 per reizigerskilometer 17% lager dan in 2019. Niet alleen stromen er nieuwe batterij-elektrische bussen en waterstofbussen in, ze rijden ook steeds meer kilometers op een dag.
De CO2-uitstoot per reizigerskilometer in de regionale dieseltreinen is 78,9 gram per kilometer. Wanneer de geëlektrificeerde trajecten worden meegenomen komt de uitstoot van regionale treinen op 47,9 gram per reizigerskilometer.
In het regionale busvervoer daalt de CO2-uitstoot per reizigerskilometer naar 85,4 gram CO2, ondanks de lagere bezetting per voertuig. In 2019 was de uitstoot nog 102 gram.
Donkere wolken
Het gematigd positieve beeld laat niet iedereen rustig slapen. ‘We zijn er nog niet’, reageren de provincies, verenigd in het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en de Vervoerregio Amsterdam. Vanaf 2025 dreigt de vergoeding voor het studentenreisrecht (SOV) te worden verminderd met 75-100 miljoen euro per jaar, met negatieve gevolgen voor het OV-aanbod in heel Nederland als gevolg. Voor bestaanszekerheid van de regionale vervoerders, bereikbaarheid en het oplossen van klimaat- en energievraagstukken willen zij de stijgende lijn vasthouden. Dat vraagt investeringen in plaats van bezuinigingen, en dus verzetten IPO, MRDH en Vervoerregio Amsterdam zich tegen ingrepen in het SOV. Zij willen met het Rijk praten over creatieve oplossingen.