Het Rijk trekt in 2024 en 2025 ruim € 150 miljoen uit om gemeenten te compenseren voor invoeringskosten van de Omgevingswet. Dat staat in de Meicirculaire gemeentefonds, die op 28 mei is gepubliceerd. Daarnaast is een structurele tegemoetkoming voor de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen opgenomen.
In de Meicirculaire gemeentefonds is de jaartranche voor 2024 van de compensatie voor invoeringskosten van de Omgevingswet opgenomen. Dat is volgens afspraak in het coalitieakkoord van 2021. opgenomen. Het uitkeringsbedrag is € 71,5 miljoen (de originele afspraak was € 70 miljoen voor 2024). Ook de reservering voor uitkering van compensatie in 2025 (€ 80 miljoen) staat genoemd als aanvullende reserveringspost bij het Ministerie van Financiën. Deze middelen zullen naar verwachting in een volgende circulaire worden toegevoegd aan het gemeentefonds.
Uitkeringen aan gemeenten
De gemeenten ontvangen een uitkering op basis van een vast bedrag (15 % van het totaal), het aantal inwoners (60 %) en landoppervlak (25 %). Daarmee kunnen zij de transitie bekostigen om aangesloten, geoefend en ingeregeld te zijn en te voldoen aan de eisen van de Omgevingswet. In de bijlagen van de circulaire staat per gemeente het compensatiebedrag vermeld.
Er volgt nog een stelselevaluatie, waarbij de daadwerkelijk gemaakte kosten in kaart worden gebracht.
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Ook staat een structurele tegemoetkoming voor de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb) in de uitkeringen opgenomen, ter waarde van € 10,076 miljoen. De Wkb is op 1 januari 2024 ingegaan, maar de invoering verloopt stapsgewijs en start met bouwwerken in de laagste gevolgklasse. De infrasector krijgt naar verwachting pas vanaf 2028 te maken met veranderingen uit de Wkb. De fasering moet bouwbedrijven en gemeenten in stat stellen stap voor stap ervaring op te doen met het nieuwe toezicht in de bouw door onafhankelijke kwaliteitsborgers.