A15 Gorinchem
De A15 bij Gorinchem, een van de projecten die vanwege de stikstofproblematiek on hold waren gezet en van het nieuwe kabinet weer door mogen 'bij voldoende personeel, vergunningsruimte en middelen'.

De coalitiepartners in het komende centrumrechtse-extreemrechtse kabinet VVD, PVV, NSC en BBB hebben hun regeerakkoord op hoofdlijnen gepresenteerd. Wat zijn hun plannen rond mobiliteit en infra?

De vier partijen stellen dat zij kiezen voor een gebiedsgerichte benadering voor infrastructuur, bereikbaarheid en woningbouw. Dat betekent dat er voor elke regio een duidelijk toekomstperspectief moet zijn. Dat uitgangspunt krijgt in een hoofdlijnenakkoord vanzelfsprekend nog geen uitwerking, maar aandacht voor Nederland buiten de Randstad lijkt wel terug te zien in de plannen voor openbaar vervoer, waar aandacht is voor de bereikbaarheid van het landelijk gebied per bus. Ook de spoorplannen zijn niet Randstad-centered.

Onderhoud en nieuwe aanleg

De partijen erkennen dat er een grote onderhoudsopgave ligt en dat die tot doel heeft de bestaande wegen, vaarwegen en ov-infra in stand te houden met de ‘minimaal benodigde basiskwaliteit’.

Daarnaast willen de partijen de 17 infraprojecten die on hold zijn gezet vanwege de stikstofproblematiek weer oppakken, wanneer daar althans arbeidskracht, vergunningsruimte en middelen voor beschikbaar kunnen zijn. Dat is een statement met haken en ogen, want alledrie de voorwaarden zijn problematisch. Minister Harbers van IenW toonde zich vorig jaar weliswaar teleurgesteld over het pauzeren van de 17 projecten, maar memoreerde wel direct dat daarmee in totaal 4 miljard euro vrijkwam die hij elders goed kon gebruiken voor de vervangings- en renovatieopgave van infrastructuur. Een week voor de verkiezingen van november j.l. werd een nieuwe TNO-raming bekend van de kosten voor de vernieuwingsopgave. De uitgaven daarvoor bedroegen in 2021 nog 1,1 miljard euro. TNO verwacht voor 2024 dat de jaarlijkse kosten verdubbelen en over 20 jaar 3,4 miljard per jaar zullen zijn. Rijkswaterstaat geeft aan 15 miljard meer nodig te hebben voor de instandhouding van de infrastructuur. Met de ‘teleurstellende meevaller’ uit 2023 die de nieuwe coalitie nu wegpoetst zal de vernieuwingsopgave er dus niet makkelijker op worden. De 500 miljoen euro die het hoofdlijnenakkoord extra beschikbaar stelt voor infra is alleen voor de ontsluiting van nieuwe woningbouwlocaties.

Op het gebied openbaar vervoer noemt het hoofdlijnenakkoord de Nedersaksenlijn tussen Groningen en Almelo/Enschede en de ov-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer ‘prioritaire knelpunten’. Datzelfde geldt voor de bevaarbaarheid van de IJssel. In het bestek van het akkoord is geen duidelijkheid over wat die status in de praktijk zal betekenen, dus hoeveel prioriteit de aanpak van die knelpunten zal krijgen.

Spoorverbindingen

Bij spoorverbindingen wordt per regio bezien wat nodig is, waarbij niet alleen focus ligt op de grote steden. In de grensregio’s is aandacht voor aansluiting met het buurland.

De aanleg van de Lelylijn wordt voortgezet, waarbij de aanleg bij voorkeur in Groningen start.

Internationaal spoorvervoer wordt bevorderd door barrières voor nieuwe toetreders weg te nemen. Er komt een voorstel voor grensoverschrijdend spoorvervoer inclusief de aansluiting van vijf treinstations op internationale hsl-lijnen (bv. Hengelo, Venlo, Heerlen, Groningen en Zwolle).

Verduurzaming

De coalitiepartners willen verduurzaming van het wagenpark blijven stimuleren. Daarbij moet de elektrische rijder wel ‘eerlijk gaan bijdragen’. Wat dat in de praktijk zal betekenen is niet duidelijk. De partijen willen ‘oog houden voor de fossiele rijders’ en de kosten eerlijk verdelen. De subsidies op elektrische voertuigen stoppen allemaal per 2025.

Over het blijvend stimuleren van vergroening van machineparken in (bijvoorbeeld) de GWW rept het akkoord niet. Dat is een onderwerp waar bouwers met zorg naar uitkijken, want zij hebben grote investeringen gedaan in duurzaam materieel, omdat een duurzame aanpak – zeker bij tenders van overheidsprojecten – een must was. Doordat de markt voor bouwmaterieel vergaand internationaal is en de mondiale vraag naar e-materieel nog maar in de kinderschoenen staat, hebben Nederlandse aannemers grote investeringen moeten doen om hun machinepark te verduurzamen. Een politieke draai zou betekenen dat die investeringen niet zullen kunnen renderen.

Ten aanzien van het instellen van zero-emissiezones bekijken de partijen hoe dat kan worden uitgesteld, onder andere om uitzonderingen voor bijvoorbeeld ondernemers landelijk te kunnen regelen. De instelling van zero-emissiezones blijft een gemeentelijk besluit.

130 km/uur

VVD, PVV, NSC en BBB willen ‘waar dat kan’ de maximumsnelheid op autosnelwegen weer naar 130 kilometer per uur.

Luchtvaart

De komende jaren moet voor wat betreft de luchtvaart de inzet gericht zijn op het op orde brengen van de rechtsbescherming van omwonenden (geluidhinder), met behoud van de netwerkkwaliteit van Schiphol. Dat zijn natuurlijk strijdige opgaven. ‘Zo is op langere termijn doorgroei mogelijk met stillere en schonere vliegtuigen’, stelt het akkoord. Dat betekent dat vertrouwd wordt op de vliegtuigindustrie om het probleem op te lossen. Op welke manier het kabinetsbeleid daar verder aan kan en zal bijdragen is niet geëxpliciteerd.

 

> Het hoofdlijnenakkoord is hier te downloaden

> De budgettaire doorrekening van het akkoord (CPB) is hier te downloaden