tracébesluit ViA15
Foto: Rijkswaterstaat

De minister van Infrastructuur en Waterstaat moet bij het tracébesluit ‘A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15)’ voor het extern salderen nog een nadere onderbouwing geven. Verder is het tracébesluit volgens de Raad van State in orde, zo blijkt uit een tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak. De minister krijgt een half jaar de tijd om de nadere onderbouwing alsnog aan te leveren.

Voor vier partijen – Mobilisation for the Environment (MOB) van Johan Vollebroek, Stichting Milieuvrienden Duiven, Stichting Strijdbaar Angeren en een particuliere appellant – is de tussenuitspraak van vandaag een einduitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak zet de procedure nu alleen nog voort met de enige overgebleven bezwaarmaker, de Vereniging Natuur en Milieufederatie Gelderland. Zij heeft als enige bezwaren ingediend over het onderdeel van extern salderen waarvoor de minister nu een nadere onderbouwing moet geven.

Stikstofonderzoek

Het tracébesluit leidt tot een toename van de stikstofneerslag op verschillende Natura 2000-gebieden. In het stikstofonderzoek van 2021 heeft de minister de gevolgen daarvan inzichtelijk gemaakt. De bezwaarmakers twijfelden aan de juistheid van dat onderzoek, maar de Raad van State heeft deze bezwaren ongegrond verklaard. Dat betekent dat de conclusies uit dat stikstofonderzoek juist zijn.

Extern salderen

Uit dat onderzoek blijkt dat niet uitgesloten is dat de ViA15 schadelijke gevolgen heeft voor een aantal beschermde natuurgebieden. Om de schadelijke gevolgen te mitigeren, zullen zes agrarische bedrijven hun bedrijfsvoering (gedeeltelijk) stoppen en worden de natuurvergunningen van deze bedrijven (gedeeltelijk) ingetrokken. De verwachte positieve natuureffecten van de beëindiging van deze agrarische bedrijven zijn meegenomen in het stikstofonderzoek. Dit zogeheten ‘extern salderen’ is toegestaan, maar daar zijn wel voorwaarden aan verbonden, stelt de Afdeling bestuursrechtspraak.

Te weinig informatie

Zo moet eerst duidelijk zijn hoe de Natura 2000-gebieden ervoor staan. Moet de stikstofneerslag daar omlaag om de natuur te herstellen of te verbeteren? Dan mag de ‘stikstofwinst’ die is behaald met het opkopen van de agrarische bedrijven alleen worden ingezet als ook andere maatregelen worden genomen die ervoor kunnen zorgen dat de stikstofneerslag op de Natura 2000-gebieden vermindert. Het stikstofonderzoek bevat op dit moment nog te weinig informatie om dit voor zeven Gelderse natuurgebieden te kunnen vaststellen. Weliswaar wordt er verwezen naar algemene maatregelen uit onder meer het Programma stikstofreductie en natuurverbetering, maar daarmee is volgens de Raad van State nog niet voor deze zeven beschermde natuurgebieden afzonderlijk aangegeven of er nog andere maatregelen nodig zijn. Zonder deze nadere onderbouwing per natuurgebied kan de Afdeling bestuursrechtspraak op dit moment niet beoordelen of de stikstofwinst mag worden ingezet voor het tracébesluit.

Nog geen uitsluitsel

Dit betekent dat op dit moment nog geen definitief uitsluitsel gegeven kan worden of het project ViA15 kan doorgaan. De Afdeling bestuursrechtspraak geeft de minister een half jaar de tijd om de nadere onderbouwing alsnog aan te leveren.

Lange voorgeschiedenis

Het tracébesluit ViA15 maakt het mogelijk de A12 en A15 te verbreden en de A15 vanaf knooppunt Ressen door te trekken en aan te sluiten op de A12. De zaak kent een lange voorgeschiedenis. Tegen het tracébesluit uit 2017 dienden aanvankelijk meer dan veertig particulieren, bedrijven en organisaties beroep in bij de Raad van State. In januari 2021 deed de Afdeling bestuursrechtspraak een eerste tussenuitspraak, gevolgd door een tweede tussenuitspraak in april 2023. Beide tussenuitspraken gingen in de kern om de vraag tot welke afstand je de stikstofneerslag van een project, zoals een weg, moet berekenen. In de tweede tussenuitspraak oordeelde de Raad van State dat een afstand van 25 kilometer (de zogenoemde rekenafstand) voor individuele projecten aanvaardbaar was.

Resterende bezwaren

De Afdeling bestuursrechtspraak besloot in april 2023 om alleen te oordelen over deze rekenafstand, omdat dit oordeel relevant was voor alle projecten in Nederland die stikstof veroorzaken. Maar er bleven nog bezwaren over. Deze gingen over onder meer over het stikstofonderzoek en het extern salderen. Na de tussenuitspraak van vandaag blijft alleen het punt van het extern salderen nog over.