Het renoveren van de Van Brienenoordbrug in Rotterdam ondervindt vier jaar vertraging. Dat heeft Rijkswaterstaat op 22 januari bekendgemaakt. De aanbesteding van het renovatieproject moet over. De marktomstandigheden maken het onmogelijk om het project binnen de aanvankelijk geplande kaders in de markt gezet te krijgen.
De oostelijke boogbrug in de A16 dateert van 1965; de westelijke van 1990. De renovatie van de brug over de Nieuwe Maas behelst brugkleppen, de boogbruggen en ook het bewegingswerk, zoals motoren. Daarnaast komt er een nieuw, uniform systeem voor bediening, besturing en bewaking van beweegbare bruggen.
Aanbesteding mislukt
In de eerste plannen zou het renovatieproject medio 2025 starten. Die planning bleek in 2021 al onhaalbaar omdat er meer voorbereidingstijd nodig was. De start werd daarop verplaatst naar de zomer van 2026. Voor dat plan startte Rijkswaterstaat eind 2022 de aanbesteding. Daarop schreef slechts één geïnteresseerde partij in. Het knelpunt is dat een project van deze omvang zoveel risico’s en onzekerheden kent dat bedrijven terughoudend zijn om in te schrijven op een tender. Bedrijven die zich wél melden brengen hoge kosten in rekening om die risico’s af te dekken. Ook de kostenstijging in de bouw van de afgelopen jaren en de krapte op de arbeidsmarkt drijven de prijs op.
Rijkswaterstaat moet nu vaststellen dat dit project helaas niet succesvol aan te besteden is binnen de kaders die tot dusver zijn gehanteerd. Er is dan ook besloten de huidige aanbesteding voor de Van Brienenoordbrug te stoppen en een nieuwe aanbesteding in een andere vorm voor te bereiden.
Nieuwe aanpak
Hoe dan ook moet de Van Brienenoordbrug gerenoveerd worden; hij heeft immers het einde van zijn levensduur heeft bereikt. Voor Rijkswaterstaat is de vastgelopen aanbesteding dus een flinke tegenvaller. De beheerder werkt nu een nieuwe renovatieaanpak uit, met acceptabele risico’s voor de markt. Over die risico’s volgt een gesprek met marktpartijen, en daarna volgt een hernieuwde aanbesteding van het project in een andere vorm. De nieuwe aanpak moet in de komende zomer gereed zijn, en dan kan de voorbereiding van een nieuwe aanbesteding van start gaan.
De kostenraming van het project bedroeg bij de aanvankelijke planning (in juni 2020) tussen de € 380 – 600 miljoen. Bij het eerste uitstel in 2021 meldde de toenmalige minister van Nieuwenhoven van I&W dat de raming inmiddels ‘aan de bovenkant van deze bandbreedte lag’. Wat de nieuwe begroting wordt is nog niet duidelijk, maar het laat zich raden dat die aanzienlijk hoger zal uitvallen dan de bedragen die in 2022 genoemd werden.
Gevolgen voor gebruikers
De gang van zaken gaat zeker tot jaren vertraging leiden ten opzichte van de geplande startdatum in de zomer van 2026. Een eerste schatting beloopt vier jaar uitstel. Dat betekent dat de gevoeligheid voor storingen in Van Brienenoordbrug de komende jaren toeneemt. Daar zullen weg- en vaarweggebruikers hinder van ondervinden. Rijkswaterstaat gaat het functioneren en de veiligheid van de brug de komende jaren frequent monitoren en zet in op maximale hinderbeperking.