In Waterschap Vechtstromen is een conflict rond de positie van een bestuurslid. De dagelijks bestuurder, vertegenwoordiger van de BBB, weigert gevolg te geven aan uitspraken van de Raad van State over overtredingen die hij op zijn privéterrein heeft begaan. Zijn juridisch adviseur kondigt aangifte tegen aan het waterschap, dat advies inwon bij hoogleraar Herman Bröring van de Rijksuniversiteit Groningen, en het OM om rechtsvervolging te vragen.
De bestuurder is van mening dat hij zich niet hoeft te houden aan uitspraken van de Raad van State. De kwestie heeft betrekking op illegaal aangelegde wallen en vijvers. Hoewel uitspraken van de afdeling bestuursrechtspraak ‘bindend en definitief’ zijn, voert hij aan dat er nog getornd kan worden aan de uitspraak, en dat daar een opschortende werking van uitgaat. Het algemeen bestuur van Vechtstromen heeft daarop advies gevraagd aan hoogleraar Bestuursrecht Herman Bröring. Die veegde in ferme bewoordingen alle argumenten van het bestuurslid van tafel.
Onderzoeksbevindingen
Het onderzoeksrapport van Bröring bevestigt wat andere deskundigen die zich over de zaak uitlieten al vaststelden: de uitspraken van de Raad van State zijn definitief en er is geen opschortende werking, ook niet door aanvragen tot legalisering bij de gemeente Hof van Twente.
Brörings finale conclusie luidt dat de bestuurder zich niet aan wetgeving en rechterlijke uitspraken in hoogste instantie hield. De hoogleraar merkt tevens op dat de waterschapsbestuurder zich na de uitspraken van de rechter aan nieuwe overtredingen schuldig heeft gemaakt. “Hij heeft zich dus weinig aan rechterlijke uitspraken gelegen laten liggen.”
Positie als bestuurder
De integriteitscode van het waterschap schrijft voor dat bestuurders zich aan de wet moeten houden. Wanneer elke burger zich aan wetten en regels moet houden, geldt dat zeker ook voor de politieke ambtsdragers, die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming daarvan. De positie van de bestuurder is na de Bröring-publicatie feitelijk onhoudbaar.
Tegenoffensief
De juridisch adviseur van het bestuurslid betwist de conclusies in het rapport-Bröring, en heeft een tegenoffensief ingezet tegen het algemeen bestuur van het waterschap. Wanneer dat het bestuurlijk functioneren van de BBB-bestuurder ter discussie stelt, kan dat als smaad, laster en kneveling worden gekenmerkt, aldus de adviseur. Die kondigt aan aangifte te gaan doen bij de politie en bij het Openbaar Ministerie te vragen om strafrechtelijke vervolging.
Coalitie wankelt
Het algemeen bestuur van Vechtstromen besprak de kwestie op 6 december. Het algemeen bestuur van het waterschap, met uitzondering van de eigen partij, riep de BBB-bestuurder op de eer aan zichzelf te houden en op te stappen. Toen hij dat weigerde werd hij tot vertrek gedwongen met een motie van wantrouwen.
De BBB bracht vervolgens een motie in om een onafhankelijk integriteitsonderzoek in te stellen naar het hele dagelijks bestuur. Die motie werd later weer teruggetrokken, maar het is duidelijk dat de samenwerkingsverhoudingen binnen de coalitie ernstig verstoord zijn.